Het oer-Hollandse hofje mag zich in een hernieuwde populariteit verheugen. Of liever: het concépt van het hofje. En dat is: een woonvorm waarbij een groep - al dan niet gelijkgestemde - ouderen zelfstandig woont maar wel een woongemeenschap vormt. Overal in het land zijn er initiatieven op dit vlak. Bij het inmiddels al beroemde Knarrenhof - met een knipoog naar de krasse knarren van Koot en Bie - lijkt het ontwerp nog enigszins op het klassieke hofje. Maar er zijn allerlei ontwerpvarianten, zoals de Akropolis-woontoren op het Amsterdamse Zeeburgereiland.
Het bouwen en renoveren van woningen wordt er niet simpeler op. Naast alle bouwkundige, brandveiligheids- en milieueisen moeten we nu ook energieneutraal, aardgasvrij, klimaatadaptief, natuurinclusief én circulair gaan bouwen. Voelt u al wat lichte irritatie opborrelen? Lees dan toch nog even door. Achter meer hergebruik schuilt namelijk een moeilijk te negeren logica. Het gaat in de bouw om enorme hoeveelheden grondstoffen. Dat sommige daarvan schaars en duurder worden, ligt voor de hand.
Met gepaste trots kan ik u hierbij het honderdste nummer van NUL20 aanbieden. En met enige schroom moet ik toegeven dat ik ook al die honderd nummers lang dit redactioneel commentaar schrijf. Dat had ik natuurlijk niet aan zien komen toen we in 2002 met het blad begonnen. Format ontwikkelen, de uitgeversactiviteiten eromheen opzetten en het blad tot wasdom laten komen. Een jaar of drie, dat was de periode die ik zo'n beetje voor ogen had bij de start. Het is wat anders gelopen. En met veel plezier. En met dank aan de partners die al die jaren NUL20 mogelijk hebben gemaakt.
Wat is er nou zo ingewikkeld aan je huis aardgasvrij maken, denken lezers misschien. De gemeente maakt een plan waarin de kosten en logistieke rompslomp staan beschreven. Als 70 procent van de huurders voor is, gaat het door. Eigenaars kunnen zelf kiezen of ze meedoen of niet. Simpel toch? Helaas, zo eenvoudig is het niet
Een lucht-waterwarmtepomp moet je absoluut niet willen, daar is iedereen in mijn buurt het over eens. Gek van het geluid word je, hoor ik steeds. Dat kan alleen als je vrijstaand woont, gaat het dan. Voor onze rijtjeshuizen is het geen optie, is het algemene oordeel. Maar klopt dat wel?
Mijn hart maakte een sprongetje toen het wethouder Marieke van Doorninck het zei: als we echt iets aan klimaatverandering willen doen, hebben we systeemverandering nodig. Ik zat in de zaal bij We Make the City, een festival over urgente stedelijke vraagstukken en oplossingen. Eigenlijk was ik daar voor Kate Raworth, pleitbezorger van een nieuw economisch model met een simpele vorm: de donut. Ik heb haar boek De donuteconomie uit 2017 verslonden. Lees het ook, het kantelt je wereldbeeld. Haar ideeën zijn hoopvol en praktisch.
Het zijn terugkerende onderwerpen in NUL20: de overspannen woningmarkt en de belabberde positie van woonstarters in de regio Amsterdam; én de vele maatregelen om er iets aan te doen. Zonder al die inspanningen zou het er ongetwijfeld een stuk beroerder voorstaan. Maar tegen mondiale macro-economische trends is het moeilijk opboksen. Zo ligt de gemiddelde WOZ-waarde van Amsterdamse woningen in 2018 de helft hoger dan in 2014 en wacht een starter gemiddeld 11 jaar op zijn eerste sociale huurwoning.
Sinds ik weet dat de gemeente de aardgaskraan in mijn wijk wil dichtdraaien, heb ik weinig meer in de verduurzaming van mijn huis geïnvesteerd. Mijn enige wapenfeit is het nieuwe infraroodpaneel in de werkkamer, voor als het echt heel hard vriest.
Het is een zegen en het is een vloek: de groepsWhatsApp. Soms lossen daar problemen als sneeuw voor de zon op. Iets lenen, snel informatie nodig, een lift? Eén reddende engel is genoeg. Soms is het strontvervelend. De zee aan berichten als iemand ziek is bijvoorbeeld (beterschap, vervelend, sterkte en dat twintig keer). Of grapjassen die midden in de nacht ineens heel nodig iets moeten delen. Ja, ik weet het: meldingen op stil zetten.