Overslaan en naar de inhoud gaan

Huurbevriezing gecompenseerd met extra investering van ruim 1 miljard euro in sociale sector

Image

Het wegvallen van inkomsten van woningcorporaties door bevriezing van de huren in de sociale sector in 2025 en 2026 wordt door het kabinet gecompenseerd met een extra investering van ruim 1 miljard euro, zo blijkt uit de vrijdag gepubliceerde Voorjaarsnota 2025. In 2026 kan minister Keijzer van Volkshuisvesting 270 miljoen euro extra investeren in de sociale huur en voor de jaren 2027 en 2028 komt twee keer 405 miljoen euro beschikbaar.

Woningcorporaties toonden zich eerder deze week onthutst over de keuze van het kabinet om in 2025 en 2026 geen huurverhogingen toe te staan. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties sprak van een ´nachtmerrie´. Door het uitblijven van extra huurinkomsten daalt de investeringscapaciteit van woningcorporaties en dreigt een enorme krimp van de nieuwbouwproductie. Ook is er veel minder geld beschikbaar voor woningverbetering. De keuze van het kabinet maakte direct een einde aan de Nationale Prestatieafspraken waarin woningcorporaties beloofden vanaf 2028 jaarlijks 30.000 nieuwe woningen te bouwen. De komende tijd moet blijken op welke manier minister Keijzer de bouw van nieuwe sociale huurwoningen extra gaat bevorderen.

Aedes, de brancheorganisatie van 262 woningcorporaties, maakt de coalitie zware verwijten. "Het kabinet draait de investeringsruimte van corporaties structureel de nek om, in plaats van te investeren in betaalbaar wonen", aldus Aedes-voorzitter Liesbeth Spies. De compensatie die minister Keijzer biedt is volgens haar niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat, terwijl de sector de komende tien jaar 47,5 miljard euro aan investeringsruimte verliest.

De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties verwacht dat door het uitblijven van volledige compensatie de Amsterdamse corporaties weer extra woningen moeten verkopen. Een belangrijke trendbreuk; in 2024 hebben de corporaties met de huurders en de gemeente de afspraak gemaakt de verkoop van sociale huurwoningen tot een minimum te beperken. Dat betekent dat de Amsterdamse prestatieafspraken worden opgeschort, zo zegt AFWC-directeur Anne-Jo Visser. Ook zal er minder geld beschikbaar zijn voor woningonderhoud en wijkaanpak. ``Het is een keuze die je eigenlijk niet wilt maken. Huurders hebben recht op een goed onderhouden woning in een fijne buurt``, aldus Visser.

Beperking middensegment

In de Voorjaarsnota is de huurbevriezing direct gekoppeld aan een stevige versoepeling van de Wet betaalbare huur. Politieke analisten spreken van een politieke uitruil tussen PVV en VVD. De coalitie wil veel minder huurwoningen onder de wet laten vallen. Door een lager puntenaantal te hanteren, wordt de groep woningen die onder de regulering valt kleiner. Waar de grens precies komt te liggen, meldt de Voorjaarsnota niet. Wel houdt  minister Keijzer de taak om ´de onderkant van de huurmarkt voor lage en lage middeninkomens te reguleren´.

Ook gaat de prijs van een middensegment-huurwoning in grotere steden fors omhoog. De WOZ-waarde gaat zwaarder meetellen in de huurprijs. ‘Voor woningen in steden als Amsterdam en Utrecht kan zo een hogere en meer conforme huurprijs worden gevraagd’, zo valt te lezen op pagina 208 van de Voorjaarsnota 2025. Volgens het kabinet is dat eerlijk, omdat op deze woningen ook minder rendement behaald lijkt te worden. Verder kondigt het Kabinet-Schoof een verkenning aan of kleine verhuurders, bijvoorbeeld eigenaren met een tweede woning, kunnen worden uitgezonderd van toepassing van de Wet betaalbare huur.

De voorstellen van het kabinet gaan veel verder dat de voorstellen van minister Keijzer voor snelle aanpassing van de regulering in het middensegment eerder deze maand. Saillant detail; in het Kamerdebat met minister Keijzer toonden juist PVV en NSC zich nadrukkelijk tegenstander van hogere huren. Met de nieuwe coalitieafspraak wordt dat verzet in de kiem gesmoord. Het kabinet komt zo tegemoet aan de bezwaren van met name kleine particuliere beleggers. Zij kiezen steeds vaker voor uitponden, omdat er volgens hen te weinig te verdienen valt aan de verhuur van woningen. 

Onsamenhangend beleid

De Woonbond veroordeelt de onsamenhangende opstelling van het kabinet. Corporaties worden te weinig gecompenseerd en huisjesmelkers krijgen weer vrij spel, aldus directeur Zeno Winkels. “Als de belastingdruk van corporaties structureel zou afnemen, zouden corporaties ook blijven bouwen. Maar het kabinet blijft corporaties flink belasten. En de compensatie is niet veel meer dan een paar druppels op een gloeiende plaat. Alle goede voornemens staan nu op losse schroeven.” 

Niet alleen verkleint het kabinet de sociale huursector. De huurders op de private markt worden ook nog eens voor de bus gegooid, zo zegt Winkels. “Het kabinet geeft alle ruimte aan huisjesmelkers door de grens tot waar huurwoningen een maximale huurprijs hebben weer te verlagen, door de WOZ-waarde meer te waarderen én door verhuurders met een klein aantal woningen uit te zonderen. Dit betekent bij elkaar dat voor honderdduizenden woningen weer veel te hoge huren mogelijk worden gemaakt.” De directeur van de Woonbond spreekt bovendien van onbehoorlijk bestuur. “Met het uitsluiten van kleine verhuurders creëert het kabinet een rechtsongelijkheid waarbij het aantal panden van je huisbaas bepaalt hoeveel rechten je hebt als huurder. Bizar.” [BP]

(de tekst is aangepast op zaterdag 19 april om 11.16 uur)