De verkoop van huurhuizen door beleggers zet door en neemt toe. Dat meldt het Kadaster op basis van de verkopen in het laatste kwartaal van 2024. In ieder kwartaal van het afgelopen jaar werden meer huurwoningen verkocht dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het afnemende aanbod voor huurders geeft vooral koopstarters iets meer keuze.
Sinds 2021 verkochten investeerders elk kwartaal meer woningen dan zij kochten. In heel 2024 waren dat er ruim 53 duizend, terwijl alleen al in het vierde kwartaal van 2024 ruim twintigduizend woningen werden verkocht. Het totale aantal private huurwoningen is overigens ondanks deze uitverkoop nog maar licht afgenomen omdat er ook nieuwe zijn opgeleverd en meer woningen worden aangekocht. Het zijn vooral kleinere particuliere beleggers die van hun huurwoningen afwillen. De meeste woningen die zij verkopen zitten in het goedkopere segment en worden dan ook vaker door starters op de koopmarkt gekocht. 65 procent van de woningen die investeerders in het vierde kwartaal verkochten aan eigenaar-bewoners ging naar een koopstarter. Die betaalde hiervoor gemiddeld 344.000 euro.
Sinds 2021 neemt het verschil tussen aankopen en verkopen door beleggers toe. Beleggen in vastgoed is de laatste jaren minder profijtelijk en risicovoller geworden, door renteverhogingen en overheidsmaatregelen. Het Kadaster wijst op de verhoogde overdrachtsbelasting, de Box 3-regels, de invoering van de opkoopbescherming en de invoering van de Wet betaalbare huur. Maar ook de wet die een einde heeft gemaakt aan het tijdelijke huurcontract is een extra reden om weer uit de verhuurmarkt te stappen.
Tweede huis
Het Kadaster keek voor het eerst ook naar particulieren met een tweede huis. Die categorie bleef tot dusver buiten de statistiek omdat niet altijd duidelijk is hoe deze woning wordt gebruikt. Na aanvullend onderzoek van Kadaster en CBS is nu duidelijk dat zo’n 70 procent van deze woningen wordt verhuurd. En dit segment zie je dezelfde trend vanaf 2021: steeds minder tweede woningen worden gekocht en steeds meer verkocht. De kleinste huisbazen volgen dus de grotere.
Aanpassing beleid?
De nieuwe Kadaster-cijfers zijn mogelijk aanleiding voor minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting om de huidige regelgeving tegen het licht te houden. Verhuurderorganisaties dringen daar al vanaf de invoering op aan en wijzen er op dat vooral de goedkopere huurwoningen verdwijnen. Maar dat zijn vooral de partijen die de kleinere verhuurders vertegenwoordigen. De institutionele beleggers hebben geen last van de Box3-wetgeving en willen vooral een voorspelbare overheid. ‘Als je er nu weer aan gaat sleutelen, ontstaat er opnieuw heel lang onduidelijkheid. Dat schrikt investeerders af en remt de bouw van huurwoningen. Zij willen sommetjes kunnen maken,’ aldus Ronald Huikeshoven, directievoorzitter bij ontwikkelaar AM en voorman van Neprom, in het FD.
Ook VNG, Aedes en Woonbond zien in de Kadaster-cijfers geen reden om de Wet betaalbare huur aan te passen. Als het kabinet toch wil ingrijpen, dan ligt voor hen een verlaging van de belasting in Box 3 meer voor de hand: "Dat heeft een veel grotere impact op het verdienmodel van deze verhuurders en bovendien zadelt het huurders niet op met onredelijk hoge huurprijzen."