De Eerste Kamer heeft een motie van afkeuring aangenomen tegen minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken. De motie is ingediend door de SP en andere oppositiepartijen. Zij vinden het onverteerbaar dat de minister weigert de huren per 1 juli te bevriezen.
Er werd hoofdelijk gestemd. 39 senatoren stemden voor, 36 tegen. Eerder was al duidelijk dat FvD, PVV, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, 50Plus en de Onafhankelijke Senaatsfractie OSF het eens zijn met de SP dat een huurverhoging achterwege moet blijven. Daar is tot twee keer toe een motie over aangenomen, maar de minister blijft bij haar standpunt dat een algemene huurbevriezing niet nodig is. Zij wil dat verhuurders die huurders te hulp schieten, die door de coronacrisis echt in financiële problemen komen.
Het is zeldzaam dat in de Eerste Kamer een motie van afkeuring of wantrouwen wordt ingediend. Senator Kox noemt het uitvoeren van moties die door een meerderheid van het parlement worden gesteund "een grondregel", die niet mag worden geschonden. Hij wil uiterlijk volgende week maandag antwoord van de minister. Ollongren bespreekt de kwestie vrijdag in de ministerraad.
De Woonbond vindt het teleurstellend dat minister Ollongren niets extra’s doet om de betaalbaarheid van het huren te verbeteren nu veel huurders onzeker zijn over hun inkomen. Bovendien hebben huurders geen recht op maatwerk. "Het komt er op neer dat je met de pet in de hand bij de verhuurder aanklopt, en hoopt op goede wil", aldus Woonbond-directeur Zeno Winkels. Hij roept de minister op om alsnog aan de motie tegemoet te komen. Door de huren te bevriezen of door met een noodpakket te komen om meer huurders te helpen.
Ook de Federatie Huurders in de vrije sector (FHCS) betreurt de keuze van de minister. Veel ondernemers zitten volgens de Federatie in de knel. De huurverhoging moet volgens de FHCS langjarig worden beperkt tot de inflatie met een maximum van 2 procent.