Tijdens de coronacrisis moeten de huren worden bevroren, zo menen PvdA, GroenLinks en SP. De huurverhoging per 1 juli dient volgens hen vanwege de snel verslechterende economische omstandigheden achterwege te blijven. Ook pleiten de drie oppositiepartijen voor een wettelijk verbod op huisuitzettingen.
Komende woensdag bespreekt de Tweede Kamer de spoedwet van het kabinet om huurders tijdens de coronacrisis beter te beschermen. In deze wet wordt geregeld dat aflopende huurcontracten tijdelijk kunnen worden verlengd. Dat moet voorkomen dat huurders op straat komen te staan.
De drie partijen vinden de voorgestelde tijdelijke verlenging echter onvoldoende. Ook vinden zij de jaarlijkse huurverhoging tot maximaal 6,6 procent een onbegaanbare weg. Door de coronacrisis zitten veel mensen zonder werk en krijgen steeds meer mensen problemen om de huur te betalen. De jaarlijkse huurverhoging moet volgens de linkse oppositie daarom worden geschrapt. Ook vrezen de drie partijen dat mensen al bij een kleine huurachterstand op straat worden gezet. Een wettelijk verbod op huisuitzettingen zou dat kunnen voorkomen.
Het kabinet voelt er echter niks voor om de huren te bevriezen. Verder worden de afspraken die minister Van Veldhoven met corporaties en particuliere verhuurders heeft gemaakt, voldoende geacht. Een ontruimverbod zou bijvoorbeeld de aanpak van de hennepteelt belemmeren.