De huursector wordt steeds meer het domein van de lage inkomens. En het aandeel van het inkomen dat huurders betalen aan woonlasten stijgt, zo blijkt uit de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2012. Meer dan ooit willen mensen verhuizen.
In totaal zijn 70.000 personen geïnterviewd. Mensen stellen hun gewenste verhuizing uit, maar niet af. Er zijn 14 procent meer huishoudens die willen verhuizen dan in 2009. Het blijkt dat mensen hun gewenste verhuizing in tijd van crisis uitstellen, maar niet afstellen. Onder de mensen met verhuisplannen zijn mensen boven 45 jaar oververtegenwoordigd.
Het aantal starters dat erin slaagt een huis te vinden blijft gelijk. Maar zij kiezen in vergelijking met 2009 wel vaker voor een huurwoning. Doorstromers verhuizen wel minder vaak. De stagnatie raakt vooral de koopsector. De doorstroming van kopers is ten opzichte van drie jaar geleden gehalveerd.
In de rapportage ‘’Wonen in ongewone tijden” is sprake van een toenemende vraag naar huurwoningen. De huursector wordt steeds meer het domein van de lage inkomens. Huishoudens met een (iets) hoger inkomen hebben in grotere mate de overstap gemaakt van huur naar koop. Door welvaartsgroei en verruiming van de regels voor hypotheekverstrekking, zoals het meetellen van het tweede inkomen en de introductie van alternatieve hypotheekvormen waarbij minder (of niets) afgelost hoeft te worden, kwam de koopwoning voor steeds meer huishoudens binnen bereik.
In de huursector zijn vanwege het lage inkomen verder relatief veel alleenstaanden en eenoudergezinnen gehuisvest. Vooral jongeren (tot 30 jaar) en ouderen (vanaf 65 jaar) zijn vaak in een huurwoning terug te vinden. Met name het aandeel 75-plussers in een huurwoning is toegenomen. Ouderen blijven steeds vaker en langer zelfstandig wonen.
Minder huurders wonen scheef. Met name in corporatiewoningen. De invoering van de EC-toewijzingsnorm voor corporaties speelt hier mee, maar ook de daling van inkomens – waardoor huishoudens weer onder de grens van 33.000 euro kwamen. Zo is het aantal scheefwonende huishoudens dat niet verhuisd is, afgenomen met 50.000. Het betreft hier voormalige scheefwoners waarvan het inkomen gedaald is waardoor zij niet meer tot de doelgroep met een inkomen boven de 33.000 euro behoren.
Het aandeel van het inkomen dat huurders en kopers betalen aan woonlasten is toegenomen. Dat wordt vooral veroorzaakt door inkomensdaling. De netto woonuitgaven van huurders en kopers zijn tussen 2009 en 2012 met vier procent toegenomen.
Verder signaleren de onderzoekers dat het aantal koopwoningen waarvan de waarde lager is, dan de hypotheekschuld minus het opgebouwde vermogen om deze schuld af te lossen. Volgens WoON 2012 staan 570.000 huishoudens ‘onder water’. In 2009 trof dat nog maar 410.000 huishoudens.