CFV: corporatiesector gezond, maar ook hoge verliezen
De helft van alle nieuwbouwwoningen werd in 2010 gebouwd door corporaties. De doorstroming in de sociale huursector liep niettemin verder terug. Vanuit financiële optiek was 2010 een jaar met goede resultaten voor de corporatiesector, hoewel tal van corporaties fors moesten afschrijven op grondposities en gestaakte projecten. Een en ander blijkt uit het ‘Sectorbeeld realisatie woningcorporaties’ over 2010 van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV).
Het CFV concludeert dat de corporaties het ondanks de crisis op volkshuisvestelijk gebied financieel en ook wat bouwvolume betreft goed deden. Het aantal huurwoningen dat corporaties in 2010 bouwden daalde licht ten opzichte van dat jaar ervoor. Percentueel werden er veel meer corporatiewoningen gebouwd dan eerdere jaren omdat de productie van koopwoningen daalde met bijna 40 procent. Het aandeel corporatiewoningen daalde 'slechts' met 22 procent. Daardoor steeg het aandeel van de corporatiesector in de totale Nederlandse nieuwbouwproductie tot ruim 57 procent.
In 2010 verkochten corporaties ruim 15.000 bestaande huurwoningen, ruim 2.000 meer dan in 2009. De lastige omstandigheden op de koopmarkt raken corporaties relatief omdat zij veelal de onderkant van de markt bedienen, tegen prijzen die veel starters nog kunnen financieren. Daarmee trekken corporaties kopers die niet nog vast zitten in een nog te verkopen woning.
Stagnatie huurmarkt
De sociale huurmarkt stagneert. Er komen jaarlijks minder woningen vrij. Na een stijgende lijn tot en met 2006 daalde dat aandeel in 2010 verder tot 7,9%. Dat betekent dat het gemiddeld bijna 13 jaar duurt voordat een huurwoning vrijkomt voor een nieuwe woningzoekende. Het wordt vooral voor starters steeds moeilijker om financieel passende woonruimte te vinden. Regionaal zijn er grote verschillen. De minste kans op succes heeft de woningzoekende in de regio’s Utrecht en Amsterdam. Van de hoofdstad is bekend dat de doorstroming in 2011 nog verder is teruggelopen.
Goede resultaten tegenover verliezen
Het CFV noemt 2010 een financieel goed jaar voor de sector. De inkomsten uit de exploitatie van woningen stegen en de vermogenspositie groeide. Ook namen de onrendabele investeringen af omdat corporaties minder nieuw bouwden maar juist meer renoveerden.
De sector leed in 2010 tegelijkertijd een verlies van in totaal € 860 miljoen. Deze hoge verliezen hollen volgens het CFV het vermogen en daarmee ook toekomstige investeringsmogelijkheden van corporaties verder uit. De verliezen worden veroorzaakt door afboekingen op grondposities,
onverkochte of verliesgevende verkoop nieuwe koopwoningen en verliezen bij deelnemingen in andere organisaties die in praktijk door corporaties worden afgedekt.
In een vooruitblik stelt het CFV dat er veel verandert in de sector dat zowel de uitgaven als de inkomsten van de corporaties beïnvloedt. Het sectorbeeld laat zien dat betrekkelijk kleine verschuivingen in de verhouding tussen huuropbrengsten en exploitatielasten veel effect kunnen hebben. Daardoor kan financiële onzekerheid ontstaan, waarschuwt de toezichthouder.