Een bestaande koopwoning was in 2024 gemiddeld 8,7 procent duurder dan in 2023, zo blijkt uit onderzoek van het CBS en het Kadaster. De stijging volgde op een prijsdaling van bijna 3 procent in 2023. Verder bedroeg vorig jaar het aantal transacties 203.555 woningen, dat is bijna 12 procent meer dan een jaar eerder. In de voorgaande drie jaar waren er telkens minder woningtransacties in vergelijking met een jaar eerder.
In 5 van de 12 provincies was de prijsstijging van bestaande koopwoningen groter dan gemiddeld in Nederland. Het grootst was de stijging, met 11,6 procent, in Utrecht. Dat heeft vooral te maken met de huizenprijzen in de gemeente Utrecht. Verder varieerden de prijsstijgingen van 5,2 procent in Zeeland tot 9,9 procent in Drenthe. De stijging van het aantal woningtransacties was ook in 5 van de 12 provincies groter dan gemiddeld in Nederland. Het grootst was de stijging in Noord-Holland (18 procent) en het kleinst in de provincie Utrecht (7 procent).
De gemeente Utrecht noteerde van de vier grootste steden de grootste prijsstijging (15,2 procent). De prijsstijging in Amsterdam was met 8,7 procent hetzelfde als gemiddeld in Nederland. In Den Haag en Rotterdam lag de prijsstijging onder het gemiddelde (respectievelijk 7,2 en 6,5 procent). In Rotterdam was de stijging van het aantal woningtransacties het grootst (26,1 procent). Ook in Utrecht, Den Haag en Amsterdam wisselden er meer woningen van eigenaar dan een jaar eerder.
In 2024 waren alle woningtypen duurder dan een jaar eerder. De prijsstijging was in 2024 met 10,3 procent het grootst bij tussenwoningen en met 5,9 procent het kleinst voor vrijstaande woningen. Een jaar eerder was er bij alle woningtypen nog sprake van een prijsdaling.
Met 27,4 procent was de stijging van het aantal transacties veruit het grootst voor appartementen. De stijging van het aantal transacties was het kleinst voor tussenwoningen en hoekwoningen (beide 3 procent). In 2023 was er bij alle woningtypen nog sprake van een daling van aantal transacties.