Een nieuw Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen moet starters aan de nieuwbouwwoning helpen die zij normaal niet kunnen betalen. Het fonds gaat 'kortingen' verstrekken die bij de verkoop moeten worden terugbetaald. Initiatiefnemer is OpMaat, een stichting die met KoopGarant en KoopStart al sinds jaren financiële arrangementen aanbiedt aan starters op de woningmarkt. De overheid moet zorgen voor het startkapitaal van 82 miljoen. Daar moet minister en parlement nog over beslissen. Van de ontwikkelaars wordt per woning een bijdrage gevraagd.
Met het fonds speelt OpMaat in op het programma Betaalbaar Wonen van woonminister Hugo de Jonge. De minister heeft een bouwdoelstelling geformuleerd van 900.000 nieuwbouwwoningen tot 2030, waarvan tweederde betaalbaar. Onder dit kopje 'betaalbaar' vallen ook zo'n 350.000 koop- en huurwoningen in het middensegment. Met een startbedrag van 82 miljoen kunnen volgens OpMaat direct 1.550 nieuwbouwwoningen worden aangeboden aan koopstarters. Na twee jaar treedt het revolverend effect in werking en kunnen vanuit het fonds jaarlijks enkele honderden betaalbare woningen worden aangeboden aan de doelgroep. Het fonds streeft naar nieuwbouwwoningen met een hoge mutatiegraad, indachtig het startersprofiel van de beoogde kopers.
Voor inkomens tot 65.000 euro
Het koopfonds is bedoeld voor starters met een inkomen tussen de 40 en 65 duizend euro. De contractvorm is die van de bestaande KoopStart-regeling, maar nu met de landelijke overheid als medefinancier. OpMaat speelt daarmee in op de Actieagenda Wonen (februari 2021) waarin het idee voor een Nationaal Koopstartfonds werd gelanceerd. Het fonds richt zich op nieuwbouwwoningen tot 355.000 euro, de NHG-grens van 2022. Volgend jaar wordt die grens weliswaar verhoogd tot 405.000 euro, maar de rijksoverheid handhaaft in zijn programmering de grens voor 'betaalbare koop' in 2023 op 355.000. OpMaat richt zich daarom ook op die bovengrens.
Het fonds verstrekt een maximale koperskorting van 75.000 euro bij de aankoop van een nieuwbouwwoning waarvoor de fondsregeling wordt aangeboden. De ontwikkelaar dient een derde deel van de korting te betalen. De zogeheten korting is eigenlijk een lening, maar dan zonder jaarlijkse rentelasten. Pas bij de verkoop moet het bedrag worden terugbetaald, plus een evenredig deel van de waardestijging die in de tussentijd is opgetreden, de reguliere KoopStart-voorwaarden. De terugbetaling gaat weer naar het fonds; hieruit kunnen weer nieuwe koperkortingen worden verstrekt bij volgende nieuwbouwprojecten. Bij eventuele waardedaling wordt een evenredig deel van de waardedaling ook verrekend met de koperskorting. Waardevermeerdering van zelf aangebrachte verbeteringen blijft buiten de verrekening. Die is altijd volledig voor de bewoner.
Subsidieregelingen hebben bijna altijd een prijsopdrijvend effect. Dat blijft volgens directeur Simone van de Kuit van Stichting OpMaat bij deze regeling uit: "De verkoopprijs is namelijk gebaseerd op de getaxeerde marktwaarde en de koopstarter betaalt bij doorverkoop de ontvangen koperskorting terug." De maximale prijs is sowieso begrensd op 355.000 euro.