Gemeenten moeten betere mogelijkheden krijgen om ongewenste verhuur van koopwoningen tegen te gaan. In een aangenomen motie van Carla Dik-Faber wordt de regering althans opgeroepen te bezien hoe juridische belemmeringen daartegen kunnen worden weggenomen. Het Kamerlid van de ChristenUnie constateert dat het op dit moment voor gemeenten juridisch onmogelijk is een zelfbewoningsplicht te regelen in de bestaande koopwoningvoorraad. Daar wil ze verandering in aanbrengen. Ze oppert wel dat bepaalde vormen van verhuur, zoals aan eerstegraads familieleden of tegen een middeldure huur, altijd mogelijk moeten blijven. De motie is bedoeld om aankoop van woningen voor verhuur (buy-to-let) tegen te gaan.
Woningen zijn geen winstfabrieken, aldus de ChristenUnie in het actieplan 'Van woningmarkt naar volkshuisvesting', dat de partij op 11 maart presenteerde. De partij stelt vast dat particuliere beleggers steeds vaker woningen (op)kopen om aan te verdienen, in plaats van om er zelf te wonen. "Dit drijft de huizenprijzen op en gezinnen en starters komen er nauwelijks tussen." Om particuliere beleggers te ontmoedigen, wil de ChristenUnie een verhoging van de overdrachtsbelasting van 2 naar (de aloude) 6 procent, terwijl koopstarters worden vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
Opmerkelijk is ook dat de ChristenUnie de Verhuurderheffing na deze regeringsperiode wil afschaffen: "deze tijdelijke heffing in crisistijd is verworden tot een structurele last voor woningcorporaties met grote gevolgen voor hun investeringscapaciteit, terwijl de bouw-, renovatie-, en verduurzamingsopgaven levensgroot zijn."