Minister Blok moet de verhuurderheffing zo aanpassen dat corporaties kunnen blijven investeren in onderhoud en nieuwbouw. Dat is de strekking van een motie die de Eerste Kamer op 18 december heeft aangenomen. Blok houdt vooralsnog wel vast aan een jaarlijkse opbrengst van 2 miljard euro.
De hele Eerste Kamer toonde zich bezorgd over de gevolgen van de heffing voor het investeringsvermogen van woningcorporaties. Om die reden is alleen die heffing voor 2013 goedgekeurd (opbrengst 50 miljoen). De Eerste Kamer verwacht nu van de minister uiterlijk 1 maart een uitgewerkt voorstel voor een huurbeleid dat woningcorporaties wel in staat stelt voldoende huurinkomsten binnen te halen om de heffing te betalen.
Studentenhuizen en andere onzelfstandige woningen (bv voor ouderen) tellen niet mee voor de heffing, bevestigde Blok. Maar verder geldt het voor alle verhuurders van sociale huurwoningen, dus ook de particuliere.
De minister komt terug op 4,5 procent WOZ-waarde als grondslag voor de maximum huur. Hij komt met een voorstel voor een nieuw ‘woningwaarderingssysteem’.
Blok ziet geen heil in een 'investeringsagenda' als alternatief voor de heffing van 2 miljard. Die suggestie is hem onder andere door de corporatiesector gedaan. Hij ziet onder andere als bezwaar dat hij corporaties niet kan verplichten tot investeringen in nieuwbouw en renovatie.