Amsterdam scherpt de bestrijding van langdurige woningleegstand aan. Eigenaren kunnen worden verplicht hun woningen zo snel mogelijk weer te laten bewonen. Ook kan de gemeente woningeigenaren verplichten een vergunning aan te vragen voor tijdelijke verhuur.
“We zitten in een wooncrisis en het is niet uit te leggen dat woningen onnodig leeg staan omdat bijvoorbeeld de huren te hoog zijn of omdat eigenaren te lang wachten met verbouwingen of renovaties. Met deze aanscherping kunnen we eigenaren dwingen woningen te verhuren voor een marktconforme huurprijs. Als er geen vraag is naar dure huurwoningen, dan moet de huurprijs gewoon omlaag”, aldus Jakob Wedemeijer (Wonen).
Na aanpassing van de Leegstandsverordening per 1 september zal het mogelijk zijn woningeigenaren te verplichten een huis binnen een bepaalde termijn weer bewoonbaar te maken. Woningen die pas over lange tijd worden gerenoveerd of gesloopt, die kunnen tijdelijk worden bewoond. Daarnaast wordt het leegstandoverleg, waarin de gemeente met de eigenaar afspraken maakt over het in gebruik nemen van de woning, vervroegd van drie naar twee maanden na de leegstandsmelding. Eigenaren zijn verplicht leegstand na zes maanden te melden bij de gemeente. De gemeente kan daarbij een maximale huurprijs opleggen. Verder kan voortaan bij overtreding van de regels een boete van maximaal 8.700 euro worden opgelegd.
Het Rijk heeft het speciaal voor Amsterdam mogelijk gemaakt om binnen de Crisis en Herstelwet dwingend te kunnen optreden om ongewenste leegstand te bestrijden. Precieze cijfers over langdurige leegstand ontbreken. De gemeente is onder meer afhankelijk van meldingen van burgers; in 2020 kreeg de gemeente 227 meldingen. Ook biedt de gemeentelijke basisadministratie aanwijzingen over het ontbreken van vaste bewoning. Vastgoedbeheerder MVGM berekende onlangs dat in het dure huursegment (boven 1.250 euro) de leegstand zo'n zes procent bedraagt, maar onduidelijk is hoeveel woningen daarvan langdurig niet worden bewoond.