De huizenmarkt hapert door koopdrachtdaling, hogere hypotheekrente en kwakkelende economische ontwikkeling. ABN Amro voorziet voor volgend jaar een gemiddelde daling van de huizenprijzen in Nederland met 2,5%. In met name Amsterdam en de andere grote steden zal de prijscorrectie hoger uitpakken, zo voorziet woningmarkteconoom Philip Bokeloh.
Doorgaans duurt het in periodes van economische neergang een tijd voordat een prijsaanpassing optreedt. Verkopers aarzelen doorgaans lang over een lagere vraagprijs. Bokeloh verwacht dat de prijsdaling deze keer sneller gaat. „Door de sterke huizenprijsstijging van de laatste jaren hebben verkopers de nodige overwaarde. Die overwaarde verklaart waarom verkopers inschikkelijker zijn en de prijsaanpassing dit keer sneller volgt. Ook het vooruitzicht van een economische terugval en de zucht naar zekerheid spelen bij verkopers een rol.”
Bokeloh denkt dat in Amsterdam en de drie andere grote steden de prijzen sneller zullen afkalven dan erbuiten. „In de grote steden reageert de huizenmarkt relatief sterk op conjunctuurschommelingen”, stelt hij op basis van ervaringen bij vorige fluctuaties van de huizenprijzen. In stedelijke gebieden was de afgelopen jaren de stijging ook het hoogst.
Een totale ineenstorting van de woningmarkt valt volgens hem niet te verwachten. Het Economisch Bureau van ABN Amro verwacht dat de hypotheekrente niet veel verder zal stijgen. Ook thuiswerken en het aanhoudende woningtekort verlenen enige steun aan de huizenprijzen. Wat ook tegenwicht biedt, is de krappe arbeidsmarkt en de lage werkloosheid. En de steun van de overheid bij de beheersing van de energierekening is van betekenis.