De verhuurderheffing gaat volgend jaar met een half miljard euro omlaag. Dat is de uitkomst van de Algemene Politieke Beschouwingen. De roep van een groot deel van de Kamer om de heffing onmiddellijk in zijn geheel af te schaffen is dus niet verhoord. Zowel Aedes-voorzitter Martin van Rijn als de demissionaire 'woonminister' Kajsa Ollongren zien dit politieke compromis als een belangrijke maar wel eerste stap. Ook Ollongren vindt dat de heffing er uiteindelijk helemaal af moet. Volgens haar is het nu vooral zaak om te kijken hoe dat geld op een 'verstandige manier' wordt besteed. Ze pleit ook voor een volwaardige minister van Volkshuisvesting in het volgende kabinet.
De verhuurderheffing kost de woningcorporaties jaarlijks zo’n 2 miljard euro. Deze belasting op sociale huurwoningen wordt nu met een kwart verlaagd. Martin van Rijn: "Na dit jaar hebben we al meer dan 12 miljard euro afgedragen aan de verhuurderheffing. Dat geld wordt opgebracht door de bewoners van sociale huurwoningen en dat maakt deze belasting extra wrang. De afschaffing van 500 miljoen euro is goed, maar het zorgt er nog niet voor dat de corporaties alle opgaven ook op de langere termijn kunnen blijven doen. Onderzoek door drie ministeries (BZK, Financiën en EZK) en Aedes toont aan dat de corporaties tot 2035 zo’n 30 miljard euro tekort komen om voldoende huizen te bouwen, te verbeteren en te verduurzamen."