Nieuwe bestuurders in de (semi-)publieke sector mogen vanaf 2015 niet meer dan een minister (178.000 bruto) verdienen. Nu is het toegestane maximum nog 130 procent van dat loon. Een ruime meerderheid van VVD, PvdA, SP, PVV, GroenLinks en ChristenUnie steunt het wetsvoorstel van minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken voor de verlaging van de topinkomens, zo blijkt uit het afrondende debat in de Tweede Kamer.
De senaat moet nog instemmen, maar de steunende partijen hebben daar een ruime meerderheid. CDA, D66 en de SGP steunen het jongste voorstel niet. Ze zijn in beginsel wel voor een verlaging, maar ze vinden dat het voorstel te snel wordt doorgevoerd en niet zorgvuldig is. Zo zijn onder meer de effecten ervan op de andere salarissen in organisaties onvoldoende duidelijk.
Nog maar twee jaar geleden werden de topinkomens verlaagd naar het huidige niveau. De effecten daarvan zijn nog niet geëvalueerd. Dat was voor Aedes een reden afgelopen week nog te pleiten voor uitstel van de verlaging tot zeker 2017.
Plasterk verklaarde in het debat, dat wat hem betreft het maximale inkomen niet nog verder omlaag gaat. Bovendien heeft de minister de mogelijkheid gecreëerd - een eis van de VVD - om voor bepaalde groepen af te wijken van de norm. Bijvoorbeeld als het niet lukt bestuurders van voldoende kwaliteit te vinden. Onduidelijk is of bestuurders van woningcorporaties daarvan zullen profiteren. Voor zittende bestuurders met een inkomen boven de nieuwe norm komt er een overgangsregeling.