Het CETA-handelsverdrag kan ook een bedreiging vormen voor de regulering van huren in de vrije sector, zo meent de SP. Erik Flentge, voorzitter van de SP-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad roept de Tweede Kamer dan ook op het verdrag af te wijzen.
CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement) is een handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada. In CETA staan afspraken over onder andere de handel in goederen, diensten en investeringen. Als CETA er door komt, dan krijgen multinationals volgens de SP veel extra macht. Zij kunnen dan landen en gemeenten aanklagen als die regels instellen om mens en milieu te beschermen ten koste van bedrijfswinsten. "Multinationals kunnen vanaf dan onder andere de strijd aanbinden met lokale maatregelen om woekerhuren in te dammen", zo verwacht Flentge.
Als CETA werkelijkheid wordt, dan zal volgens de SP de betaalbaarheid van Amsterdam nóg verder onder druk te staan. "Nu is het nog onwil van de regering om te zorgen voor maximale huurprijzen, met CETA kan een dergelijke maatregel een prijskaartje van miljoenen aan belastinggeld betekenen. Door CETA kunnen beleggers Nederland namelijk aanklagen voor honderden miljoenen euro’s, simpelweg omdat steden kiezen voor het algemeen belang en daarmee winstmaximalisatie in de weg staan. En beleggers hebben goede kans om dat te winnen: ongeacht de noden van de stad, ongeacht de wil van haar inwoners."
Flentge wijst erop dat steeds meer (buitenlandse) beleggers Amsterdamse woningen opkopen om voor woekerprijzen te verhuren. "Amsterdammers willen nu juist een stad met meer betaalbare woningen. Dat willen ze voor zichzelf en voor andere - toekomstige - Amsterdammers en al helemaal voor hun kinderen of kleinkinderen. Dit handelsverdrag is een wurgakkoord, met betaalbaar wonen als slachtoffer." Hij is samen met SP-fractievoorzitters in de andere drie grote steden een handtekeningenactie begonnen.