Private partijen bouwen steeds vaker de goedkope huurwoningen die voorheen corporaties voor hun rekening namen. Dat zegt Aedes. De brancheorganisatie van woningcorporaties maakt zich zorgen dat het aantal 'echte sociale huurwoningen' daardoor achterblijft. Aedesvoorzitter Martin van Rijn: "Sociale huur draait om meer dan de huurprijs. We hebben niet voor niks regels om te zorgen dat iedereen aan de beurt komt, óók mensen met lage inkomens en urgenten. We hebben een nieuwe definitie van sociale huisvesting nodig."
Sinds de nieuwe woningwet mogen corporaties geen hoofdaannemer meer zijn van gemengde projecten met sociale huur, vrijesectorhuur en koopwoningen. Nieuwe projectontwikkelingen worden daardoor tegenwoordig bijna uitsluitend getrokken door private partijen. Gemeenten hebben wel invloed op het bouwprogramma, met de sociale huur uit het programma wordt niet noodzakelijk eigendom van corporaties. En commerciële verhuurders zijn niet gebonden aan dezelfde regels voor toewijzing als de woningcorporaties, bijvoorbeeld voor 'passend toewijzen' aan lagere inkomens.
Een voorbeeld: in de nieuwe wijk Oostenburg in Amsterdam Centrum verhuurt pensioenbelegger Syntrus Achmea de 136 studio's in de sociale huursector (33 tot 41 m2) voor de maximale huur van 728 euro per maand. Om in aanmerking te komen geldt een inkomen van minimaal 3,5 keer de maandhuur (€2.548). De woningen waren recent in het nieuws omdat Syntrus voorrang geeft aan leraren, zorgpersoneel en politieagenten.
Private verhuurders stellen meestal aan hun sociale huurders inkomenseisen. Daarnaast zijn de huurrestricties altijd tijdelijk, waardoor de woningen na een periode (na 10, 15 of 20 jaar) kunnen doorschuiven naar de vrijehuursector of worden uitgepond.
Directeur Anne-Jo Visser van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC): "Wat corporaties – maar ook de gemeente – parten speelt, is dat wij bij nieuwe gebiedsontwikkelingen de kar niet meer trekken. Gelukkig heeft Amsterdam een aantal maatregelen genomen die ertoe moeten leiden dat die sociale huurwoningen bij corporaties landen, maar het zijn per definitie lastige onderhandelingen. Je wilt betaalbare woningen realiseren zonder dat ze piepklein worden. Ontwikkelaars hebben echter altijd de keuze achter de hand die woningen zelf te bouwen. Als dat af en toe gebeurt, is dat geen probleem. Maar die commerciële partijen gaan geen sv-urgenten en kwetsbare groepen huisvesten. En die groepen vormen de helft van onze toewijzingen en dat zal in de toekomst niet minder worden. Daarom vinden wij het belangrijk dat sociale huur bij corporaties terechtkomt."
Volgens Aedes is slechts 16 procent (42.000 woningen) van de opgeleverde woningen tussen 2017 tot 2020 een corporatiewoning. Van Rijn pleit voor een nieuwe definitie van sociale huur. "Wat heb je aan een afspraak over een minimumaandeel sociale huur, als je niet scherp hebt wat je daaronder verstaat?"
(een volledig interview met Anne-Jo Visser staat in het te verschijnen decembernummer van NUL20)