Om een industriële productiestroom van flexwoningen op gang te brengen trok het kabinet vorig jaar 200 miljoen euro uit voor de bouw van zo'n tweeduizend stuks. Die konden daardoor zonder vertraging uit voorraad worden geleverd aan gemeenten en woningcorporaties. Maar de eerste honderden afgebouwde woningen verdwijnen grotendeels in de opslag. Gemeenten en woningcorporaties staan nog niet op de stoep om ze te plaatsen.
Bij de presentatie van laatste miljoenennota werden forse investeringen aangekondigd om de woningnood te bestrijden. Het kabinet kondigde daarbij ook aan de bouw van 37.500 flexwoningen te ondersteunen in de periode 2022-2024. De bouw van tijdelijke huizen zou de snelste manier zijn om het woningtekort terug te dringen. Om een productiestroom op gang te brengen bestelde het Rijksvastgoedbedrijf er alvast 2.000. Daarnaast kwam minister Hugo de Jonge met subsidies en een herplaatsingsgarantie om de financiële risico's van gemeenten en corporaties te beperken.
Maar flexwoningen zijn sneller gebouwd dan geplaatst. "De praktijk blijkt weerbarstiger dan gehoopt", aldus minister Hugo de Jonge op 2 mei in een Kamerbrief. Er spelen "concrete vraagstukken" op voor gemeenten. Dat zijn ongetwijfeld onder meer de volgende: er moet deskundig personeel vrijgemaakt en locaties worden gevonden en geschikt gemaakt. En ook bij tijdelijke bouw moeten tijdrovende ruimtelijke procedures worden doorlopen, infrastructuur aangelegd en bezwaren van omwonenden worden gepareerd. Ook sluiten de door het Rijk bestelde woningen niet altijd aan bij lokale wensen.
De al geproduceerde woningen zijn tijdelijk opgeslagen, bij de leverancier zelf of op een door het RVB ingerichte distributielocatie.
Achterstand op doelstelling
Ook het bouwen van tijdelijke woningen verloopt kortom langzaam. In 2022 zijn er slechts circa 3.400 "modulaire/verplaatsbare woningen en tijdelijke transformatiewoningen" geplaatst, De minister verwacht dat het er dit jaar 12.000 worden, maar de meeste daarvan staan in het laatste kwartaal ingepland. Zelfs als dat lukt verdwijnt de doelstelling van 37.500 huizen in de periode 2022-2024 uit het zicht.
Het FD vermoedt dat gemeenten en corporaties niet staan te springen om flexwoningen te plaatsen. Volgens woningmarktdeskundige Frank Wassenberg van Platform31 ontbreekt het bij gemeenten en corporaties "vooral aan lef en doortastendheid". Wassenberg: "Gemeenten treuzelen, vragen het aan hun juristen, en die zoeken uit waarom het toch vooral niet zou kunnen. (..) Het kabinet doet er van alles aan om beren weg te halen en valkuilen te dichten met subsidies, garanties, achtervang, hulp en kennis. Maar het begint bij de goede wil en durf van gemeenten, woningcorporaties en investeerders."
Aan plannen ontbreekt het op zich niet. Gemeenten uit de Metropoolregio Amsterdam hebben bijvoorbeeld een overeenkomst met het Rijk afgesloten om de komende jaren 5.000 flexwoningen te bouwen. De in Aedes verzamelde woningcorporaties hebben zelf ook vorige maand met 36 bouwbedrijven overeenkomsten afgesloten om 8.000 verplaatsbare woningen af te nemen.