Terwijl andere vastgoedbeleggers waarschuwen voor het wetsvoorstel om de middenhuren te reguleren, krijgt het plan van minister Hugo de Jonge steun van pensioenfonds PME. Goed voor huurders en goed voor de bouwplannen van het fonds, zegt voorzitter Eric Uijen in het FD. Hij wil tegenwicht bieden aan al het geklaag. Regulering is volgens hem niet de 'showstopper' die nieuwbouw onrendabel maakt.
De Jonge wil vanaf 2024 een groot deel van de huurwoningen in de vrije sector reguleren. Het Woningwaarderingssysteem wordt bindend tot 187 punten, oftewel een maximumhuur van 1.100 euro. Bovendien wordt de huurstijging beperkt tot maximaal een half procent boven de gemiddelde cao-loonstijging. Veel ontwikkelaars en beleggers voorspellen in hun reacties niet alleen dat kleine beleggers massaal huurwoningen gaan verkopen, maar ook dat de nieuwbouw als gevolg van de regulering zal inzakken. Zo ook topman Gertjan van der Baan van Vesteda in de NUL20 die deze week verschijnt. Hij schetst dat het middenhuursegment zich in een 'perfect storm' bevindt, door de stijgende rente, verhoogde overdrachtsbelasting, stijgende bouwkosten en sterke inflatie: "De optelsom van dat alles is, dat voor een ontwikkelaar de bouw van die door de gemeente voorgeschreven middensegment huurwoningen, net als woningbouw in de sociale sector, verlieslatend wordt. Dan stagneert die bouwstroom.”
PME, met 50 miljard onder beheer van de grootste vijf pensioenfondsen, wil juist tegenwicht bieden aan "al dat geklaag". Betaalbare huren zijn volgens Uijen noodzaak, omdat middeninkomens nu in de knel komen. Het fonds wil aldus het FD de komende jaren 150 miljoen per jaar investeren in nieuwe betaalbare huurwoningen. De regulering zou het fonds zelfs extra kansen geven om betaalbare woningen te bouwen, omdat ze niet meer uit de markt gedrukt worden door spelers die wel mikken op hogere huren.
Wel rendementsprobleem
PME-bestuurder Marcel Andringa geeft in het FD-artikel wel toe dat het steeds moeilijker wordt om nieuwe investeringen rond te rekenen. Maar dat ligt niet zozeer aan de nieuwe huurregels, maar door de vele andere factoren zoals Van der Baan die schetst. Over het huidige bezit behaalt PME van 3,5 tot 4 procent.
Andringa ziet ook een financieel knelpunt bij de verduurzaming van bestaande huurwoningen, bijvoorbeeld door isolatie. Met een hoger energielabel zijn weliswaar veel punten te verdienen en daarmee hogere huren, maar dat geldt alleen bij nieuwe verhuringen. Andringa pleit ervoor bij doorgaande verhuur tijdelijk een hogere maximale huurstijging toe staan: de gemiddelde cao-stijging plus 2 procent, in plaats van plus 0,5 procent.