Het Platform Wooncoöperaties Regio Amsterdam verwelkomt de nieuwe Stimuleringslening wooncoöperaties, maar vindt de voorwaarden van het leenfonds te beperkend. Men ziet knelpunten in het maximum leenbedrag per woning en het feit dat de dure huurwoningen in een complex worden uitgesloten van deze extra financiering. Daarnaast is de looptijd van 15 jaar erg kort.
De eerste Amsterdamse pilots maken duidelijk dat wooncoöperaties grote moeite hebben om de financiering rond te krijgen. In het gunstige geval zijn banken bereid ongeveer 70 à 75 procent van de bouwkosten te lenen. De Amsterdamse raadscommissie bespreekt vandaag een voorstel om een gemeentelijk leenfonds in te stellen. Uitgangspunt daarbij is dat leden van de corporatie ongeveer 5 tot 10 procent inleggen en dat de gemeente een lening geeft voor maximaal 25 procent.
Het leenfonds bestaat uit twee delen. Het eerste deel is voor de planvorming, van voorfinanciering tot het moment van erfpachtuitgifte. De tweede lening is er om het gat in de financiering te dichten, met een maximum van 50.000 euro per woning. De lening heeft een looptijd van maximaal 15 jaar tegen een rentepercentage van 1,5 procent.
Het platform pleit ervoor de looptijd gelijk te stellen aan die van de hypothecaire lening van de bank (ongeveer 30 jaar). Daarbij stelt het platform voor het leenbedrag niet af te toppen op 50.000 euro, maar die te laten meestijgen met de bouwkostenprijsindex. Een derde knelpunt is dat de vrijesectorwoningen worden uitgesloten van de lening, terwijl die soms wel onderdeel zijn van het opgelegde kavelprogramma. Dat geldt bijvoorbeeld voor de recent uitgegeven kavel in de Kolenkitbuurt/Ringspoorzone.
Deze uitzondering leidde er voor de Amsterdamse Coöperatieve Woningvereniging 'Ons Nieuwe Hof' mede toe dat zij van verdere ontwikkeling van dit kavel zijn uitgesloten, aldus voorzitter Theo Capel van de vereniging. Capel vindt het ook eigenaardig dat wooncoöperaties geen gebruik mogen maken van de nieuwe erfpachtregeling voor eeuwigdurende afkoop. Daarbij ligt het canonpercentage beduidend hoger dan de rente van het leenfonds. "Wat de gemeente met de ene hand leent, haalt men met de andere hand meteen weer terug."