Een nieuwbouwwoning kostte in het tweede kwartaal gemiddeld 410.000 euro. Nieuwbouwwoningen zijn daarmee weer 4 procent duurder dan een jaar eerder. Die prijsstijging is wel minder groot dan in de jaren daarvoor. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
De gemiddelde nieuwbouwwoning is in drie jaar tijd bijna een ton duurder geworden, stelt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS vast in het FD. "En dat is niet omdat er ineens grotere huizen worden gebouwd." Oplopende bouwkosten spelen een rol maar het is vooral marktfactoren die de prijzen opstuwen. De nieuwbouwprijzen stijgen namelijk zelfs minder snel dan die van bestaande woningen. Gemiddeld was een bestaande koopwoning in het tweede kwartaal zo'n 7,5 procent duurder dan vorig jaar.
In het tweede kwartaal waren er 7.932 transacties van nieuwbouwwoningen. Dit is 24,5 procent meer dan een jaar eerder. Ook in het eerste kwartaal werden er meer nieuwbouwwoningen verkocht dan een jaar eerder. De prijzen van alle koopwoningen - bestaande en nieuwbouw - uitgedrukt in de huizenprijsindex (HPI), stijgen al sinds begin 2014. Voor het grootste gedeelte gaat het om bestaande koopwoningen. In vergelijking met de Europese Unie stegen de huizenprijzen in Nederland het afgelopen jaar sterker. De huizenprijzen in de Europese Unie waren in het tweede kwartaal van 2020 gemiddeld 5,2 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In Nederland stegen de huizenprijzen in dezelfde periode met 7,1 procent.