Overslaan en naar de inhoud gaan

Amsterdamse corporaties willen huurwoningen voor middenklasse bouwen

Image
De Amsterdamse woningcorporaties willen jaarlijks honderden middeldure huurwoningen bouwen die ook voor langere termijn in dat segment blijven. Dit aanbod betekent een koerswijziging. Die is mogelijk omdat corporaties door recente aanpassing van de Woningwet weer meer ruimte krijgen om in dit segment te bouwen. Anders dan commerciële ontwikkelaars willen de corporaties beloven dat de woningen voor altijd middelduur zullen blijven. Dat kan alleen als de gemeente een bijpassende grondprijs rekent.
 
In de regio Amsterdam is een groot tekort aan woningen in het segment van 720 tot duizend euro. Het Amsterdams college heeft in het college-akkoord vastgelegd dat 40 procent van de nieuwbouw in dit segment moet plaatsvinden (de 40-40-20-regel), maar dat doel lijkt steeds verder uit zicht te verdwijnen. De corporaties vergroten nu het aanbod in het middensegment vooral door bestaande sociale huurwoningen naar dit segment te tillen (liberaliseringen), maar ook de jaarlijkse aanwas daarvan loopt terug. Institutionele beleggers dreigen af te haken omdat het oplopende eisenpakket in combinatie met hogere productiekosten de bouw van middeldure woningen onrendabel maakt, zeker als de huur langdurig nauwelijks mag stijgen.
De corporaties bieden nu aan (weer) in dit segment te stappen. “De maatschappelijke ontwikkelingen en het debat zijn ons niet ontgaan,” zegt Egbert de Vries, directeur van de AFWC, in het Parool. De bouw van middeldure huurwoningen hoort tot de commerciele activiteiten van een corporatie, de zogeheten 'DAEB'. Zij kunnen daarvoor geen beroep doen op goedkope door WSW geborgde leningen.
Het aanbod van de corporaties is met 'enkele honderden woningen' vooralsnog bescheiden. Bovendien moet de gemeente over de brug komen. De grondprijs van permanente middeldure huurwoningen kan niet veel hoger liggen dan die van sociale huurwoningen. In een eerdere analyse rekende de afdeling Grond & Ontwikkeling al eens uit dat de bouw van een middenhuurwoning met eeuwigdurende prijsbegrenzing leidt tot een inkomstenderving van zo'n 40.000 euro per woning. Voor de gewenste jaarproductie van 1.670 woningen is dat bijna een half miljard euro. Dat kan Bruin niet trekken: "Er is geen ruimte in het Vereveningsfonds om dat generiek toe te passen", zo wordt vastgesteld in een analyse van Woningbouwprogramma 2018-2025.