Amsterdamse woningcorporaties zijn voorstander van de uitbreiding van het aantal tijdelijke huurcontracten. Zo werd duidelijk tijdens de stakeholdersdialoog van woningstichting Eigen Haard. De komst van meer tijdelijke huurcontracten maakt het beter mogelijk goed te reageren op onverwachte schommelingen in de woningvraag, bijvoorbeeld als zich meer statushouders aandienen.
Amsterdam heeft nu een achterstand bij de opvang van statushouders. De stad moet, zo zegt stadsdeelbestuurder Jeanine van Pinxteren (Amsterdam-Centrum), op zoek naar een structurele oplossing bij de opvang van statushouders. “De stad moet vooraf het noodzakelijke absorptievermogen organiseren. Dat is de belangrijkste opgave; alleen dat kan voorkomen dat we telkens te laat zijn.”
Corporaties zien een oplossing in het vergroten van de flexibele schil. Volgens Rob Haans, bestuursvoorzitter van de Alliantie, moet in de bestaande voorraad meer flexibele huurduur ontstaan. “Als dat lukt, dan hebben we per definitie een aantal woningen waar we flexibeler mee kunnen omgaan.” Gerard Anderiesen, bestuurder van Stadgenoot denkt daarbij aan flexibele contracten voor dertig procent van de verhuringen. Bestuurder Bert Halm van Eigen Haard wil graag samen met buurtbewoners in kaart brengen waar nu al tijdelijk wordt gewoond. "Wij willen met buurtbewoners op zoek naar complexen in wijken die flexibel worden bewoond. Bijvoorbeeld door jongeren met tijdelijke contracten. Door die tijdelijke contracten is de mutatiegraad hoger. Als er dan opeens een piek ontstaat in de instroom van asielzoekers, dan kunnen we in die vrijkomende woningen de nieuwkomers vestigen." Hij ziet daarin ook kans om integratie beter te laten verlopen. "Zo'n aanpak vergroot dus de dynamiek om plaats te kunnen bieden. En net zo belangrijk, dankzij het draagvlak in de buurt is de slagingskans op ene succesvolle integratie groter."
Wethouder Laurens Ivens van Wonen reageerde afwijzend. Hij is ergens huiverig voor flexibilisering. “Een flexibele woningvoorraad maakt plaatsing misschien makkelijker, maar het gaat er ook om de juiste balans te bewaken. Wijken en buurten moeten de instroom van statushouders wel aan kunnen.”
Leon Bobbe, bestuurder van de Key, ziet nog een andere oplossing. Volgens hem moet de stad nieuwe tijdelijke woonruimte creëren. “Internationale studenten, statushouders, andere groepen. Ze hebben allemaal ongeveer dezelfde woningbehoefte. Maak meer flexibele woonruimte. Vervolgens kunnen wij de snelle veranderingen in woningvraag opvangen.”