Amsterdam wil langs de weg der geleidelijkheid het aantal woningen geschikt voor ouderen uitbreiden, zo blijkt uit het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 van wethouder Laurens Ivens. Meer bestaande woningen worden exclusief bestemd voor senioren, sociale nieuwbouw moet voor 90 procent 'aanpasbaar' worden gebouwd en verhuizen naar een meer geschikte woning in de buurt moet eenvoudiger worden.
Amsterdam is een relatief jonge stad, maar het aandeel ouderen neemt wel toe, van 12 procent 65plus nu tot 16 procent in 2030. Met name binnen de ring ligt volgens het college een opgave om voldoende geschikte en betaalbare woningen voor ouderen te creëren. Wethouder Ivens stelt daartoe een aantal maatregelen voor. Hij handhaaft de voorrangsregeling voor ouderen voor woningen op de begane grond en andere geschikte woningen. Daarvoor worden geschikte woningen in de stad gebiedsgewijs aangewezen. (De vorige gemeenteraad had die voorrangsregeling - met ingangsdatum 2016 - net afgeschaft in het kader van verminderen van de regeldruk.) De huidige seniorenwoningen worden exclusief gereserveerd voor personen ouder dan 65 jaar; de leeftijdsgrens ligt nu soms lager.
Ivens wil het ook eenvoudiger maken voor ouderen om te verhuizen naar een meer geschikte woning in de buurt. De bestaande maar weinig succesvolle maatwerkregelingen ‘Van Hoog naar Laag’ en ‘Van Groot naar Beter’ worden daartoe aangepast. Bovendien investeert de gemeente in persoonlijke begeleiding via 'wooncoaches'.
De nieuwbouw van corporaties moet direct geschikt zijn voor mensen die slecht ter been zijn, dus gelijkvloerse toegang, geen drempels. De officiële richtlijn: er moet voor 90 procent aanpasbaar worden gebouwd (exclusief studentenhuisvesting). Een groot deel van de nieuwbouw voldoet daar overigens al aan.
De gemeente wil vrijkomend zorgvastgoed bij voorkeur transformeren naar zelfstandige huisvesting voor ouderen. Er is vooralsnog 8 miljoen euro beschikbaar ten behoeve van transformatie van verzorgingshuizen naar ouderen- of jongerenhuisvesting (gelijkelijk te verdelen). Stadgenoot is de eerste corporatie die gebruik maakt van deze pot om een zorginstelling (De Boeg aan de Hoofdweg) om te bouwen naar zelfstandige seniorenwoningen.
Andere voorgestelde maatregelen hebben betrekking op de betaalbaarheid en het stimuleren van huisvesting voor woongroepen voor ouderen.
Praktisch alle voorgestelde maatregelen hebben betrekking op de sociale woningvoorraad. Voor álle oudere bewoners geldt dat ze voor woningaanpassingen (van douchezitje tot traplift) een vergoeding vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kunnen aanvragen. Voor woningeigenaren is op landelijk niveau een 'blijverslening' in ontwikkeling, om minder bemiddelde eigenaren in staat te stellen hun huis levensloopbestendig te maken. Het gaat om een goedkope gemeentelijke lening die bij verkoop dient te worden terugbetaald.