Het corporatiestelsel moet niet in de prullenbak, maar is wel toe aan groot onderhoud. Aedes is blij met die hoofdconclusie van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. "En wij zijn al geruime tijd bezig met dat groot onderhoud," zo verklaart Aedes-voorzitter Marc Calon in een eerste reactie op het eindrapport.
Calon ziet nu veel verbeteringen terug waar de sector al jaren mee bezig is. "De gemeente bepaalt de volkshuisvestelijke opgave. Verbetering van de kwaliteit van bestuurders en commissarissen. Onafhankelijk en stevig toezicht. Betere beheersing van risico’s en efficiënter werken. Meer invloed voor huurders. Als je naar de grote lijn kijkt, dan zie ik veel overeenkomsten."
Volgens hem heeft de enquêtecommissie gezien dat veel corporaties met grote bevlogenheid hebben gezorgd voor goede en betaalbare woningen. "Daar gaat het uiteindelijk om. We moeten dat ook voor de toekomst veiligstellen. Het is onze opdracht als goede rentmeesters het volkshuisvestelijk vermogen te beheren."
De enquêtecommissie adviseert te kiezen voor een onafhankelijke financieel toezichthouder die zelf sancties kan opleggen: een Woonautoriteit. "Het financieel toezicht staat zodoende los van het beleid. Dit komt grotendeels overeen met 'Toezicht met Bite', het voorstel van de sector. Daarin werd geadviseerd het financieel toezicht onder te brengen in een afzonderlijke omgeving."
Conform het advies van de commissie Dekker adviseert de enquêtecommissie dat gemeenten verplicht een woonvisie maken en op basis daarvan bindende prestatieafspraken met corporaties maken. Ook Aedes staat zo’n aanpak voor. In geval van verschil van mening doen partijen een beroep op bindende arbitrage.
De enquêtecommissie doet aanbevelingen voor verbetering van het bestuur en het intern toezicht van corporaties, waarvan een aantal ook door Aedes zelf is voorgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor een kwaliteitstoets (‘fit and proper-test’) voor nieuwe en zittende bestuurders en commissarissen.
Woningcorporaties moeten geen commerciële activiteiten meer doen, adviseert de enquêtecommissie. "Er is geen verschil van mening over de kerntaak van woningcorporaties: het bouwen en beheren van sociale huurwoningen. Er zijn echter ook activiteiten die voor commerciële aanbieders niet interessant genoeg zijn, maar die vanuit volkshuisvestelijk oogpunt niet moeten blijven liggen. Denk daarbij aan het bouwen van middeldure huurwoningen, goedkope koopwoningen en bepaald maatschappelijk vastgoed. Die kunnen cruciaal zijn om een wijk structureel te verbeteren. Als een gemeente deze activiteiten wenst, marktpartijen ze niet willen doen en ze rendabel zijn, dan moeten corporaties ze kunnen blijven uitvoeren. Dat is in het belang van wijken en hun bewoners," aldus Calon.
De enquêtecommissie adviseert ook om het werkgebied van corporaties te verkleinen naar woningmarktgebieden en grote, landelijk opererende corporaties op termijn te splitsen. Volgens Aedes is echter niet de grootte of het werkgebied van de corporatie van doorslaggevend belang, maar de manier waarop zij de lokale binding met bijvoorbeeld huurders organiseert.