update
Het financieel toezicht op corporaties is beter gewaarborgd bij een onafhankelijke toezichthouder, vindt het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Het is verrast en bezorgd over het voornemen van minister Blok om de financiële toezichttaken over te hevelen naar het ministerie. Het CFV krijgt bijval van Aedes.
"Al het toezicht op woningcorporaties ligt dan volledig bij BZK, samen met het volkshuisvestelijke beleid en de eindverantwoordelijkheid voor het borgstelsel. Maar bij een zelfstandige autoriteit is de onafhankelijkheid en professionaliteit beter gewaarborgd," vindt waarnemend CFV-directeur Daphne Braal. "Om dezelfde reden is het toezicht op banken ook bij een onafhankelijke toezichthouder onder gebracht. Wij geven daarom de voorkeur aan de oprichting van een Financiële Autoriteit woningcorporaties."
De saneringstaak van het CFV wordt niet overgeheveld. Braal beschouwt de sanering van corporaties juist als een wezenlijk onderdeel van het financiële toezicht en het daarbij behorende repertoire van interventies.
Brancheorganisatie Aedes is evenmin blij met de keuze van Blok."Het financieel toezicht op woningcorporaties moet onafhankelijk zijn, los staan van corporaties, maar ook van de minister. Dat is ook altijd de bedoeling geweest. Er zou een onafhankelijke Financiële Autoriteit Woningcorporaties voor komen met veel deskundigheid op financieel terrein. De commissie Hoekstra adviseerde dat ook. Het is mij een raadsel waarom minister Blok dat negeert en alle toezicht naar zich toe trekt," zo verklaart Aedes-voorzitter Marc Calon. Woningcorporaties zijn volgens hem niet tegen stevig financieel toezicht. "Vorig jaar presenteerde de sector zelf een voorstel voor verscherping van het in- en externe toezicht onder de naam 'Toezicht met Bite'. Uitgangspunten voor het extern toezicht daarin zijn scheiding van het volkshuisvestelijke toezicht (dat berust bij de minister) en het financieel toezicht, waarvoor een onafhankelijke Financiële Autoriteit in het leven geroepen zou worden. Er is altijd een natuurlijke spanning tussen bedrijfseconomische eisen en volkshuisvestelijke doelen. Het toezicht op die twee aspecten kan daarom het best in verschillende handen liggen. Daarnaast vraagt financieel toezicht om specifieke deskundigheid."
Calon vraagt zich ook af of de departementale toezichthouder zich voldoende vrij voelt om financiële effecten van kabinetsplannen scherp neer te zetten. Marien de Langen, bestuurder van Stadgenoot en voorzitter van De Vernieuwde Stad, ziet daarin ook een risico. "Toezicht door het departement maakt de minister kwetsbaar; de ruimte voor de minister nog iets te vinden van het toezicht wordt wel heel beperkt." De keuze voor staatstoezicht komt voor hem als een verrassing. "De afgelopen tijd zijn allerlei varianten voor onafhankelijk toezicht bekeken, maar ineens komt de minister met een andere oplossing. Het is nu aan de Kamer daarover te oordelen."