Akkoord over aanpak leegstand kantoren
Overheden en marktpartijen gaan de structurele leegstand van kantoren samen aanpakken. Dit is de uitkomst van de Kantorentop die maandag 25 mei in Rijswijk is gehouden op initiatief van minister Huizinga van VROM en de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN). Gezaghebbende vertegenwoordigers van beleggers, ontwikkelaars, huurders, het Rijk, de provincie Utrecht en de gemeentes Amsterdam en Heerlen onderkennen dat zij hier hun verantwoordelijkheid voor moeten nemen.
De komende drie maanden worden de afspraken nader uitgewerkt in een Actieprogramma. De kern van de aanpak is dat ieder zijn rol pakt. Gemeenten en provincies gaan meer in regionaal verband samenwerken bij het voorkomen en bestrijden van structurele leegstand. Ook zal er minder grond uitgegeven worden voor de bouw van nieuwe kantoren, zolang bestaande locaties herontwikkeld kunnen worden.
Beleggers en ontwikkelaars zullen zich inzetten voor de herontwikkeling en het verduurzamen van de bestaande voorraad. Nieuwbouw wordt alleen nog toegestaan als dat gaat om de bouw van kwalitatief hoogwaardige kantoren op binnenstedelijke en goed bereikbare (per auto, fiets, openbaar vervoer) locaties. Dit moet een eind maken aan de wildgroei van kantoorparken aan de randen van steden.
Nieuwe locaties
Huizinga gaat het met wetgeving bemoeilijken dat nieuwe buitengebieden worden uitgegeven voor kantoorbouw. Dat mag straks alleen nog als bestaande locaties onvvoldoende mogelijkheden voor herontwikkeling bieden. Ook verruimt zij de mogelijkheid om gebouwen tijdelijk een andere bestemming te geven. De maximale termijn van vijf jaar wordt afgeschaft.
In Nederland staat momenteel 6,7 miljoen vierkante meter kantoor leeg. Dat is 14 % van het totaal. Bovendien neemt de duur van de leegstand toe. Bij ongewijzigd beleid zou het aanbod aan kantoorruimte de komende jaren met nog eens 15 % groeien. Minister Huizinga: “Dat is onverantwoorde verspilling van de schaarse ruimte in ons land. En het is slecht voor ondernemers die de waarde van hun vastgoed zien kelderen.”