In het Amsterdamse School Museum Het Schip werd op 28 januari de vierde Jeroen van der Veer scriptieprijs uitgereikt. De prijs voor de beste masterstudie op het gebied van volkshuisvesting ging dit keer naar Kim van Balken. Ze ontving de geldprijs van duizend euro uit handen van juryvoorzitter Josja van der Veer.
In haar masterscriptie Architecture and the Built Environment heeft Van Balken onderzocht hoe stedelijke wijken ingrijpend geherstructureerd kunnen worden zonder dat de bewoners met lage inkomens verdreven worden. Of, in de woorden van de juryvoorzitter, "zonder dat de armen hoeven te wijken voor de rijken.”
Van Balken laat zien hoe herstructureringsbeleid in Rotterdam lage inkomensgroepen verdringt en bijdraagt aan tweedeling in de stad. Omdat de Rotterdamse woonvisie nog steeds top-down gemengde buurten wil opleggen, heeft Van Balken een herontwerp gemaakt voor de gesloopte Rotterdamse Tweebosbuurt. Daarmee toont ze hoe verdichting mogelijk is zonder de oorspronkelijke gemeenschap te verdringen.
Alle grote steden worstelen met herinrichting en verdichting en bijna overal vrezen groepen bewoners dat zij buiten de boot zullen vallen. Van Balkens advies om dat te voorkomen: “Kom tot een integrale visie op menging, ook door bewoners erbij te betrekken, en niet door het van bovenaf op te leggen.”
Actuele thema’s
Ook de andere twee genomineerden hadden onderzoek gedaan naar actuele vraagstukken. Daphne van Dorth, projectmanager bij Haag Wonen, keek in haar masterstudie Building resilience (Unveiling the power of the built environment in fostering resilience for liveable and thriving neighbourhoods) naar de invloed van de gebouwde omgeving op incasseringsvermogen van buurten. Wat bepaalt of buurten een toename van kwetsbare bewoners aankunnen? Cruciaal bleken: laagdrempelige (sociale) voorzieningen, onderhoud van de openbare ruimte, en programma’s die in de bevolking investeren.
Zomer Zeijlemaker, project coordinator Amsterdam University of Applied Sciences, schreef Het (wo)onbehagen bij de vrouw
Een feministische historiografie van gemeenschappelijk wonen in Nederland, die volgens Van der Veer zo in boekvorm zou kunnen worden uitgegeven. Daarin zocht ze uit hoe Centraal Wonen, een relatief onbekende woonvorm, heeft bijgedragen aan de tweede feministische golf. Haar advies: laat mensen zelf invloed uitoefenen op hoe ze wonen en kijk vooruit: het eerste Centraal Wonen-collectief bestaat intussen vijftig jaar.
Belang innovatie
Van der Veer introduceerde de genomineerden en maakte uiteindelijk de winnaar bekend. Anisha Jagernath, de winnares van vorig jaar, maakt dit keer deel uit van de jury. “Om het belang van innovatie nog maar eens te onderstrepen”, aldus Van der Veer. Zij benadrukte het hoge niveau van de scripties, de kwaliteit van de video-pitches, en de moeite die het daardoor had gekost een winnaar te kiezen. “Je moest minimaal een 8 hebben om überhaupt door ons gelezen te worden.”
Jury en prijs
De Amsterdamse Federatie voor Woningcorporaties (AFWC) riep de prijs voor de beste masterscriptie op het gebied van volkshuisvesting in het leven ter herinnering aan onderzoeker en collega Jeroen van der Veer. Hij overleed eind 2020 op 56-jarige leeftijd. Jeroen werkte ruim 23 jaar bij de AFWC en heeft vele studenten begeleid bij hun scriptie. “Jeroen heeft zich 23 jaar met hart en ziel ingezet voor concreet toepasbaar onderzoek. Onderzoek dat niet vanuit een ivoren toren wordt gedaan, maar in de praktijk. Met de Jeroen van der Veer-prijs willen we dergelijk onderzoek blijven stimuleren”, aldus Anne-Jo Visser, directeur AFWC. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt in combinatie met een Jeroen van de Veer Lezing. Die werd dit jaar gehouden door onderzoeker Wouter van Gent.
De jury bestond uit Gerard Anderiesen, Fenne Pinkster, Maarten van Poelgeest en Josja van der Veer (voorzitter en zuster van Jeroen). Bij de prijs hoort een geldbedrag van 1.000 euro.
De winnende scriptie is hier te downloaden.