Overslaan en naar de inhoud gaan

Vast huurcontract wordt weer de norm

Image

Een vast huurcontract wordt in 2024 weer de norm. Ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met het initiatiefvoorstel daarover van PvdA en ChristenUnie. Daarmee krijgen huurders weer dezelfde zekerheden als voor 2015, de invoering van de Wet Doorstroming Huurmarkt door toenmalig minister Stef Blok. Het wetsvoorstel regelt dat de toen geïntroduceerde algemene huurovereenkomsten voor bepaalde tijd verdwijnen. Het grootschalige gebruik van huurcontracten voor een of twee jaar hoort daarmee tot het verleden. 

Het werd nog even spannend of de nieuwe huurwet het zou redden door een draai van de BBB, maar de eveneens twijfelende CDA en 50Plus redden de wet. De christen-democraten stemden in nadat de regering onderzoek toezegde om de mogelijkheden voor hospitaverhuur te vergroten. De fracties van GroenLinks-PvdA, OPNL, SGP, D66, CDA, Volt, PVV, SP, PvdD, ChristenUnie en 50PLUS stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van BBB, VVD, JA21 en FVD stemden tegen.

Tijdelijke verhuur mag straks alleen in een beperkt aantal gevallen. Wie gaat samenwonen, mag het eigen huis onder bepaalde voorwaarden tijdelijk verhuren. Als de nieuwe relatie slaagt en het huis alsnog wordt verkocht, kan de huur worden opgezegd. Een andere uitzondering betreft eigenaren die hun huis tijdelijk willen verhuren, totdat er eerstegraads bloedverwanten (kinderen of ouders) in trekken. Verder voorziet het voorstel in tijdelijke verhuur, als iemand tijdelijk in het buitenland gaat werken of studeren.

Na 2015 bleek dat nieuwe huurders in de particuliere sector steeds vaker alleen met een tijdelijke huurovereenkomst een huurwoning konden krijgen. Dat geldt in Amsterdam inmiddels al voor 42 procent van alle recente huurders, zo wordt in de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting gesignaleerd. Huurders zitten hierdoor continu in onzekerheid over hun woontoekomst. En het weerhoudt hen ook om beroepsprocedures aan te gaan tegen achterstallig onderhoud of te hoge huur of servicekosten. Vastgoed Belang reageerde furieus op de afschaffing van het tijdelijke huurcontract: het zou de pensioenen van vele ondernemers in gevaar brengen en de uitpondgolf van particuliere beleggers verder voeden.


In deze gevallen mag tijdelijke verhuur nog wel
  1. Proefsamenwonen:
    Wie gaat proefsamenwonen, maar de eigen woning nog niet durft te verkopen, mag het pand tijdelijk verhuren. De huur mag worden zowel worden opgezegd als de relatie wordt verbroken en de eigenaar terug wil in zijn woning als de relatie wel slaagt en de verhuurder wil verkopen. Voorwaarde is dat de verhuurder minimaal twee jaar eigenaar is van de woning. 
  2. Woning later nodig voor familielid:
    In een huurcontract mag opgenomen dat de huur wordt opgezegd als de woning na een bepaalde periode nodig is voor een kind of ouder (eerstegraads bloedverwant). Voor ontbinding van het contract is een rechtelijke toets nodig: de rechter bepaalt of het belang van de bloedverwant zwaarder weegt dan die van de huurder.
  3. Doelgroepcontract:
    De huidige wetgeving om tijdelijke contracten voor specifieke woningtypen en doelgroepen toe te staan blijft zo. Die doelgroepen zijn studenten (campuscontracten), jongeren, rolstoelgebruikers e.d. en grote gezinnen.
  4. Woning later weer nodig voor eigen gebruik:
    Wie tijdelijk in het buitenland gaat studeren of werken mag zijn woning tijdelijk verhuren. Dat heet de 'diplomatenclausule'. 
  5. Bij woningen met tijdelijke verhuurbestemming:
    Sommige woningen of situaties zijn voor tijdelijke verhuur bestemd. Zoals vakantiewoningen. Of corporatiewoningen die worden gesloopt of gerenoveerd. Om te voorkomen dat die een periode leeg staan mogen die straks ook nog tijdelijk verhuurd. Ook woningeigenaren met tijdelijk dubbele woonlasten omdat ze een nieuwe woning hebben gekocht maar de oude nog niet hebben kunnen verkopen, mogen een van de woningen verhuren. Deze regeling is onderdeel van de leegstandswet.

 

Trefwoorden