Bouwers, ontwikkelaars en gemeenten zeggen de komende twee jaar meer dan drie miljard euro tekort te komen om te kunnen beginnen met reeds geplande bouwprojecten. Dat is veel meer dan demissionair minister De Jonge aan subsidie beschikbaar heeft. Het beschikbare budget voor de zogeheten startbouwimpuls bedraagt slechts 250 miljoen euro.
Afgelopen zomer konden gemeenten en ontwikkelaars projecten voor de startbouwimpuls aanmelden. Dat hebben zij en masse gedaan: er zijn ruim tweeduizend projecten uit bijna 250 gemeenten aangemeld, goed voor de bouw van 260.000 woningen.
Volgens De Jonge toont het grote aantal verzoeken aan ‘dat er veel potentie en wilskracht is om door te blijven bouwen, maar ook dat steun en sturing van het Rijk nodig is’. Hij kondigt in een brief aan de Tweede Kamer aan de criteria voor toewijzing van de financiële steun verder aan te scherpen. Zo moet het om minimaal tien woningen per project gaan en bedraagt de maximale bijdrage niet meer dan 12.500 euro per woning. Ook moet sprake zijn van een evenwichtige spreiding over de regio’s. Gemeenten worden bovendien uitgenodigd alleen hun meest kansrijke projecten aan te melden.
Of De Jonge nog extra geld voor de bouwimpuls beschikbaar kan stellen, is aan de vooravond van Prinsjesdag onduidelijk. Wel schrijft de minister in de brief dat ‘er minimaal 250 miljoen beschikbaar is om door te blijven bouwen en de verwachte terugval van woningbouw de komende jaren te beperken’.