De verkoop van sociale huurwoningen door corporaties moet zoveel mogelijk stoppen. Ook moeten er minder corporatiewoningen overgaan naar het middensegment. Daarover maakt wethouder Zita Pels ‘scherpe afspraken’’ met de Amsterdamse woningcorporaties. Verkoop van een corporatiewoning wordt bovendien afhankelijk van toestemming van de gemeente. Ook mag verkoop alleen nog als ‘een buurt aantoonbaar wordt verbeterd’.
Betere bescherming van de bestaande sociale woningvoorraad is één van de belangrijke elementen van de maandag gepresenteerde ‘Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV)’. “Lang niet alle Amsterdammers hebben een goede betaalbare woning in onze stad. De oplossing ligt vooral bij bestaande woningen”, aldus de wethouder. Naast de bescherming van de corporatievoorraad, kiest zij voor regulering van het middeldure huursegment. Woningen met een huur tussen 808 en 1175 euro worden vergunningsplichtig en er komen regels voor passende toewijzing: alleen verhuur aan mensen die een sociale huurwoning achterlaten.
In de strijd tegen woningnood moet de bestaande voorraad, aldus Pels, veel beter worden gebruikt. Om woningdelen makkelijker te maken, wordt het vanaf volgend jaar weer mogelijk met meerdere mensen één huurcontract te delen. Dat is een breuk met eerder beleid; in 2020 maakt toenmalig wethouder Ivens daar juist een einde aan. De bestaande quota blijven behouden. Ook doet zij onderzoek naar aanpassing van huurcontracten voor grote gezinswoningen (vier of meer kamers). Daarin zou de clausule moeten worden opgenomen, dat mensen verhuizen als de kinderen het huis uit zijn. Hetzelfde geldt voor schaarse rolstoelwoningen, als de rolstoelgebonden huurder de woning verlaat. Ook maakt Pels meer werk van de doorstroming van ouderen naar een beter passende woning onder meer door gebiedsgebonden nieuwbouw. Bijvoorbeeld in Amsterdam-Zuid moeten heel specifiek ouderenwoningen worden toegevoegd.
De gemeente wil in 2040 geen mensen meer in een dak- of thuisloze situatie. Mensen in een kwetsbare situatie moeten binnen drie maanden in de Metropoolregio Amsterdam over een huis kunnen beschikken. Ook is de gemeente voorstander van ‘fair share’ en spreiding van mensen naar mogelijk elders in het land. Om de positie van kwetsbare huishoudens te verbeteren moeten bovendien met corporaties en zorgaanbieders nieuwe alternatieve woonvormen worden ontwikkeld.
De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting komt voort uit gesprekken met een paar honderd burgers. Ook reageerden zeshonderd mensen online. “In die gesprekken hebben Amsterdammers duidelijk laten weten dat de gemeente meer moet doen om de toegankelijkheid, betaalbaarheid en verduurzaming van woningen te vergroten. Daar ben ik het mee eens”, zo verklaart de wethouder. Tot eind maart is inspraak mogelijk op AAV.
Reactie AFWC
“De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting zet in op het slim omgaan met bestaande woningen om de wooncrisis tegen te gaan. Daar staan wij achter. Ons doel is ook een ongedeelde stad met voldoende betaalbare en goede woningen. Voor de mensen die in Amsterdam wonen en willen wonen”, zo verklaart Anne-Jo Visser, directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties in een eerste reactie op de beleidsvoornemens van wethouder Pels.
Om dit te kunnen bereiken is volgens haar focus op sociale huur positief. Ook is het goed dat er meer aandacht komt voor doorstroming. Daarnaast is een belangrijk punt om de voorrangsregels voor de toewijzing van sociale huurwoningen onder de loep te nemen en te herzien, maar Visser heeft ook kritiek. “Niet alles wat er in de AAV staat is mogelijk en haalbaar, zoals een vergelijkbare groei van de nieuwbouw met zeer beperkte verkoop van bestaande huurwoningen.”