De 32 gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) vragen minister Ollongren om instrumenten om de huren in de vrije sector te beteugelen. Zelfs een forse bouwproductie van middeldure huurwoningen kan verdere afname van het aandeel betaalbare huurwoningen niet voorkomen. Daarnaast vraagt de MRA aandacht voor de ontoereikende investeringscapaciteit van de woningcorporaties en de noorzakelijke uitbreidingen van infrastructuur.
"Wij stellen vast dat het voor huishoudens met een jaarinkomen tot 60.000 euro steeds moeilijker is om zonder de hulp van marktregulering aan een woning te komen", stelt de Diemense wethouder Lex Scholten, voorzitter van het Portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen in de MRA. Met alleen bijbouwen kan dit niet meer worden opgelost. Bestaande betaalbare woningen komen bij leegkomst in één klap - al dan niet verkamerd - in het dure huursegment terecht. Ondanks de productie van grote aantallen middeldure huurwoningen is dit segment in Amsterdam afgenomen van 17 naar 15,6 procent. Eerder adviseerde Rob van Gijzel namens de Samenwerkingstafel Middenhuur ook al de middeldure huurmarkt tijdelijk stevig te reguleren. Hij sprak in dat verband over een 'noodknop'.
Middeninkomens kunnen door de enorme prijsstijgingen ook niet meer in de koopsector terecht. De MRA wijst Ollongren op het prijsopdrijvende effect van buy-to-let. Met andere woorden: minister, geef ons instrumenten om dat tegen te gaan.
Scholten wijst in de brief aan de minister nog eens op de grote opgave die de woningcorporaties hebben in het MRA-gebied op het gebied van woningbouw en verduurzaming, terwijl het rijk met zijn heffingen een steeds grotere hap neemt uit hun investeringsruimte. Omdat de verhuurderheffing is gebaseerd op de WOZ, onttrekt het rijk in het gebied waar de meeste moet worden gebouwd het meeste geld aan de sociale huursector. Of de minister daar wel oog voor heeft?
Het derde knelpunt dat Scholten onder de aandacht brengt is de bereikbaarheid: woningbouw moet gepaard gaan met extra infrastructuur. De MRA-gemeenten stellen voor in deze kabinetsperiode samen met het rijk plannen te smeden voor de volgende kabinetsperiode.