Meeste aanbiedingsafspraken worden gehaald
In 2006 maakten de corporaties en de gemeente gedetailleerde ‘aanbiedingsafspraken’ over de beschikbaarheid van sociale huurwoningen over de periode 2007-2010. Na drie van de vier jaar concludeert De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) in haar jaarboek dat de corporatiesector zijn afspraken op de meeste onderdelen gaat halen.
De aanbiedingsafspraak uit het akkoord ‘Bouwen aan de stad’ houdt in dat corporaties garanderen dat ten minste een vastgelegd percentage vrijkomende woningen wordt verhuurd aan bepaalde inkomensgroepen. Daarnaast wordt in absolute zin een minimumaantal woningen per inkomensgroep voor vier jaar vastgelegd. Daarmee zijn ook huishoudens met lagere inkomens verzekerd van een bepaald aanbod op de woningmarkt. Deze aanbiedingsafspraak geldt stedelijk maar ook - met dezelfde percentages - voor drie onderscheiden woningmarktgebieden in gradaties van populariteit.
De AFWC heeft de resultaten na drie jaar in haar nieuwste jaarboek doorgerekend naar vier jaar. Volgens die prognose worden de afgesproken absolute minimumaantallen gehaald. Zo is de afspraak dat er over vier jaar minimaal 26.000 woningen worden verhuurd aan de primaire doelgroep. Dat worden er naar schatting 29.000. En ook voor de middeninkomens tot de voormalige ziekenfondsgrens wordt het afgesproken minimumaantal van 8000 gehaald (prognose 8070). Alleen in Gebied 1 (o.a. Centrum) wordt wél het absolute aantal maar niet de afgesproken 65 procent verhuringen aan de primaire doelgroep gehaald.
Alleen het aantal verhuringen van grote sociale huurwoningen blijft flink achter. Afgesproken werd om in vier jaar 2500 grote woningen (binnen de aftoppingsgrens, in 2009 €548) te verhuren, maar volgens de prognose blijft de teller steken op 1872 woningen. Wel wordt tot dusver meer dan de afgesproken vijftig procent van deze vrijkomende woningen toegewezen aan de doelgroep (57%).