Het kabinet kiest voor lagere maximale huurverhogingen, zo blijkt uit het jongste akkoord met D66, ChristenUnie en SGP over de aanpak van de woningmarkt. Het woningwaarderingstelsel blijft gehandhaafd. Wel volgt nog dit jaar een vereenvoudiging dat gebruik maakt van een combinatie van WOZ en WWS.
De maximale huurverhogingen worden lager. Voor huishoudens met een inkomen tot € 33.614,- geldt een maximale huurverhoging van 1,5 procent boven inflatie, inkomens tussen € 33.614,- en € 43.000,- krijgen maximaal een huurverhoging van 2 procent (was 2,5 procent in het Regeerakkoord) boven inflatie en inkomens boven € 43.000,- krijgen te maken met maximaal 4 procent (was 6,5 procent in het Regeerakkoord) boven inflatie. Beoogd is deze huurverhogingen met ingang van 1 juli 2013 in te laten gaan.
De nog in te voeren verhuurderheffing wordt aangepast: min 120 miljoen in 1214 oplopend tot een vermindering van 290 miljoen in 2017. Volgens Blok is de aanpassing zodanig dat de heffing meer dan volledig kan worden betaald uit de opbrengsten van de huurverhoging. De opbrengst van extra verkopen en hogere efficiency, alsmede lagere salarissen bij corporaties kunnen naar zijn mening zowel voor de heffing als voor investeringen worden ingezet. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de woningcorporaties in de periode 2014-2017 hun kosten beheersen.
De maximale huur blijft gebaseerd op het woningwaarderingstelsel. Over de vereenvoudiging van het woningwaarderingstelsel wordt voor Prinsjesdag een voorstel ingediend. Daarnaast wordt uiterlijk eind 2014 een voorstel voor toepassing van de huursombenadering gedaan.
Huurders die na inkomensafhankelijke huurverhoging geconfronteerd worden met een inkomensdaling krijgen huurverlaging.
Kwetsbare groepen op de huurmarkt worden ontzien. Voor onzelfstandige eenheden voor ouderen en studenten hoeft geen bijdrage geleverd te worden aan de verhuurderheffing. Voor groepen van gehandicapten en chronisch zieken komt er een hardheidsclausule waardoor uitzonderingen mogelijk zijn op de inkomensafhankelijke huurverhogingen.
Het volledig en annuitair aflossen van hypotheken binnen 30 jaar blijft de norm. Wel komt er de mogelijkheid om naast de hypotheek een tweede niet aftrekbare lening af te sluiten tot 50% van de waarde van de woning.
Verder bevat het pakket een investeringsimpuls voor de woningmarkt en de bouw. Dit gebeurt door de inzet van diverse instrumenten. Er komt een fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van € 150 miljoen, aan te vullen met middelen vanuit de markt, zodat een totale investeringsimpuls van 600 miljoen wordt bereikt. De BTW op verbouwingen en renovatiewerken in de bestaande bouw wordt per 1 maart voor 1 jaar verlaagd.
De voorwaarden om corporatiewoningen te verkopen aan bewoners en institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, worden versoepeld. Deze verruiming betreft woningen die op grond van hun maximale huur geliberaliseerd zijn of kunnen worden.