Amsterdam blijft een zeer gewilde stad. Dat blijkt uit het nieuwste Jaarboek van de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Het aantal inwoners groeit snel, veel buitenlanders komen hier een paar jaar werken of studeren en het aantal bezoekers neemt toe.
Het inwonertal groeide in 2013 met zo'n duizend per maand. Dat komt zowel door een geboorte- als een vestigingsoverschot. Op 1 januari 2014 telt Amsterdam 811.185 inwoners. Sinds 2008 neemt het aantal huishoudens met gemiddeld 5.000 per jaar toe, terwijl het aantal woningen gemiddeld met slechts 2.300 groeit. De bevolkingsdichtheid stijgt daardoor naar 2,04 per woning, het 'sponseffect'.
Begin 2014 telt Amsterdam 398.565 woningen, 1.543 meer dan in 2013. De productie daalt sinds 2007; er wordt overigens ook minder minder gesloopt. De klad zit nog altijd in de nieuwbouw koopsector. Vorig jaar werden er 322 opgeleverd tegenover 4.000 in 2010. De nieuwbouwproductie van corporaties liep in 2013 fors terug naar 864 huurwoningen op (was 1.800). Alleen het aantal opgeleverde particuliere huurwoningen steeg licht.
Sinds de crisis wordt er minder verhuisd. Het aantal mutaties zakte de afgelopen jaren vooral in de koopsector en in de corporatiesector sterk. In de particuliere huursector was de afname van het aantal mutaties het kleinst: van 7.500 (2007) naar 7.000 nieuwe verhuringen in 2013. De mutatiegraad ligt het laagst in de corporatiesector, maar steeg weer iets in 2013: van 4,5 naar 4,9 procent.
Jonge gezinnen blijven langer in de stad wonen. Mensen die wel Amsterdam verlaten en zich in de regio vestigen, verhuizen vaak naar de Stadsregio-Zuid (Amstelveen en Diemen).
Het aandeel gezinnen nam in 2013 toe, maar met 53,3 procent blijven alleenstaanden de grootste groep Amsterdamse huishoudens.