GroenLinks wil af van de marktwerking in de huursector. Om de huurprijzen te beperken moet de overheid de maximale huurprijs bepalen, zo valt te lezen in de initiatiefnota Marktwerking uit de Huursector.
“Terwijl veel mensen amper hun huis kunnen betalen is de verhuur van huizen een verdienmodel voor speculanten geworden. Maar een dak boven je hoofd is een eerste levensbehoefte, niet zomaar een product op de markt. Het wordt hoog tijd dat de overheid gaat ingrijpen om ervoor te zorgen dat mensen betaalbaar kunnen wonen”, aldus fractievoorzitter Jesse Klaver.
Één van de voorstellen uit de initiatiefnota is om de liberalisatiegrens op te trekken tot 250 punten, het hoogste aantal punten in het woonwaarderingsstelsel. Dat betekent dat de overheid voor negentig procent van de huizen de maximaal toegestane huurprijs vaststelt op een bedrag onder de 1.300 euro. Voor een huis dat op basis van het woonwaarderingsstelsel 160 punten krijgt bijvoorbeeld, waarvoor in een stad als Amsterdam op dit moment al snel meer dan 1300 euro wordt gevraagd, mag een verhuurder als het aan GroenLinks ligt maximaal 803 euro per maand vragen.
De initiatiefnota Marktwerking uit de Huursector is dinsdag ingediend door Kamerlid Paul Smeulders. Naast het voorstel om de marktwerking in de huursector af te schaffen, wordt ook voorgesteld om de mogelijkheden voor het opleggen van een woonplicht te verruimen, een verhuurdersheffing in te stellen voor speculanten en de overdrachtsbelasting voor starters af te schaffen. Voor de aankoop van een tweede huis, zo meent GroenLinks, zou tien procent overdrachtsbelasting moeten worden betaald. Corporaties mogen voortaan woningen alleen nog aan particulieren, overheden of aan andere corporaties verkopen. GroenLinks wil daarmee voorkomen dat betaalbare woningen in handen komen van (buitenlandse) beleggers en dat zij de woningen daarna voor veel te veel geld verkopen of verhuren.