Groei van Amsterdamse sociale woningvoorraad laat nog jaartje op zich wachten

De sociale woningvoorraad van de corporaties aangesloten bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) is in 2020 nagenoeg stabiel gebleven, nadat in 2019 de afname na meer dan twee decennia stabiliseerde. Aangezien de corporaties in 2020 bijna 2.500 woningen in aanbouw namen, lijkt dit jaar de weg omhoog te worden ingeslagen. De corporaties hebben in de Samenwerkingsafspraken afgesproken in de jaren 2020 tot en met 2023 jaarlijks te starten met de bouw van 2.500 nieuwe sociale huurwoningen.

 

"Dat is een spannende afspraak, want er zit niet veel ruimte in de nieuwbouwprojecten", aldus interim-directeur Hans van Harten van de AFWC. "Als de bouw voortvarend van de grond komt, is die groeiafspraak nog steeds haalbaar". De corporaties roepen de gemeente op snelheid te maken met de verdeling van grondposities, locaties zo mogelijk versneld op te leveren, vergunningverlening te bespoedigen en terughoudend te zijn met het stellen van bovenwettelijke eisen. De corporaties pleiten ook voor snelle inzet van tijdelijke locaties. 

 

Het totale aantal nieuwe verhuringen van corporatiewoningen steeg iets, van 12.275 naar 13.112, inclusief studentenwoningen en vrije sector. Maar de de nood blijft onverminderd hoog, vooral in het sociale segment. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het gegeven dat de inschrijvingen bij WoningNet in twee jaar tijd met maar liefst 25.000 zijn gestegen naar 432.690. Ook de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in 2020 was onverminderd hoog, 13,8 jaar in 2020. 

 

Begin dit jaar bezaten de Amsterdamse corporaties in de hoofdstad ruim 185.000 wooneenheden, waarvan 165.676 zelfstandige sociale huurwoningen. Er zijn vorig jaar 1.372 sociale huurwoningen opgeleverd, en ongeveer evenveel gesloopt, geliberaliseerd of verkocht. Het aantal verhuringen in het middeldure segment groeide met 452, ondanks het kleine aantal sociale huurwoningen dat naar de vrije sector werd overgeheveld (161 liberalisaties).