De regeling die de invloed van de WOZ op de huurprijs moet begrenzen is uitgesteld tot in elk geval 1 januari 2022. Dat heeft minister Ollongren besloten op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. Achter de schermen heeft vlak voor het zomerreces een flinke strijd afgespeeld om de regeling 'controversieel' te laten verklaren, waardoor het demissionaire kabinet de regeling niet zou invoeren. Dat lukte VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis niet, maar uiteindelijk kreeg hij toch zijn zin. Minister Ollongren willigde wel het verzoek tot uitstel van de Kamercommissie in.
In gemeenten met hoge woningprijzen heeft de WOZ-waarde grote invloed op de maximale huurprijs. Daardoor kunnen woningen eerder worden geliberaliseerd. Dat leidt in grote steden tot een sterke afname van huurwoningen met een gereguleerd contract. In grote steden bepaalt die WOZ-component meer dan 40 procent van het totaal aantal punten. Bij de invoering was uitgegaan van gemiddeld 25 punten, maar de sterke prijsstijgingen in de koopsector heeft die invloed sterk vergroot. Al in 2019 kondigde Minister Ollongren een regeling aan om de invloed te begrenzen. In de aangekondigde regeling telt de WOZ maximaal voor 33 procent mee van het puntentotaal.
De vastgoedsector en ook de VVD hebben zich altijd fel gekeerd tegen de aanpassing. Kamerlid Koerhuis probeerde voor de zomer met een waslijst aan vragen invoering te vertragen. Die heeft minister Ollongren 6 juli beantwoord. Ook zijn poging om de regeling controversieel te verklaren lukte nipt niet. Maar nu is spoedige invoering toch weer van tafel. Minister Ollongren heeft op verzoek van de vaste Kamercommissie van BZK besloten de bespreking over de inwerkingtreding in een 'tweeminutendebat' uit te stellen tot volgend jaar. Dat zou te maken hebben met de kabinetsformatie waarin D66 en VVD tot elkaar zijn veroordeeld. Volgens voormalig Woonbonddirecteur Paulus Jansen wil de VVD de regeling daarbij opnieuw als wisselgeld inzetten, zo liet hij Stadszaken.nl weten.