Amsterdamse corporaties kunnen tot en met 2024 onmogelijk 2.500 woningen per jaar bouwen als de heffingen van het Rijk almaar blijven stijgen. Dat zegt Egbert de Vries, directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) in reactie op het afgelopen week gepresenteerde Woningbouwplan 2018-2025.
Wethouder Laurens Ivens van Wonen heeft de ambitie om op basis van een plancapaciteit van 73.093 woningen de komende zeven jaar minstens 52.500 woningen bij te bouwen. Wat betreft de Amsterdamse corporaties wordt gerekend op de bouw van 2.500 woningen per jaar; wel ontbreekt het nog aan voldoende plannen. De gemeente ziet mogelijkheden voor meer sociale huurwoningen in nog te realiseren nieuwbouw in ontwikkelbuurten, door particuliere ontwikkelaars te stimuleren corporaties in te schakelen voor het aandeel sociale huur en door de ruimte te benutten in het nog niet vastgestelde programma."Het vinden van voldoende locaties is eigenlijk niet onze grootste zorg. Daar komen we wel uit. Het huidige Rijksbeleid maakt het realiseren van die ambitie simpelweg niet haalbaar”, aldus De Vries. “Stijgende huizenprijzen doen de Verhuurderheffing steeds verder oplopen. Inmiddels gaat bijna een derde deel van onze jaarlijkse huurinkomsten naar de schatkist. Onder die omstandigheden kunnen wij niet al onze ambities waarmaken.”
De Vries kan nog niet overzien hoeveel sociale huurwoningen de Amsterdamse corporaties wel kunnen bouwen. “Dat gaan we samen met het Waarborgfonds eerst nader onderzoeken. Maar we hebben ook nog andere ambities; de sociale woningvoorraad moet betaalbaar blijven. En we staan voor de dwingende opgave onze woningvoorraad te verduurzamen. Onze mogelijkheden zijn dus niet onbeperkt.”
Volgens De Vries begrijpt het college heel goed dat het Rijk moet meehelpen. “We vinden de wethouder aan onze zijde in de strijd om het vergroten van onze investeringscapaciteit.” Hij ziet aan de kant van het kabinet overigens enige beweging ontstaan. “Lange tijd werd in Den Haag het probleem gewoonweg ontkend, maar minister Ollongren wil alsnog onze investeringscapaciteit in ogenschouw nemen. En ook de staatssecretaris van Financiën heeft onlangs erkend dat er een probleem ontstaat. Dat is een eerste stap.”