De 200 miljoen euro die de sociale verhuurders gecompenseerd krijgen vanwege de huurbevriezing wordt betaald uit een verlaging van de investeringskorting BIK. De Tweede Kamer nam vanmorgen een motie aan van Nijboer (PvdA), Beckerman (SP) en Smeulders (GroenLinks) met die strekking. Eerder besloot demissionair minister Ollongren al de verhuurders van gereguleerde huurwoningen te compenseren voor het bevriezen van de huren dit jaar. Daartoe wordt de verhuurderheffing met 200 miljoen euro verlaagd. De bevriezing van de huren gebeurt op aandringen van een meerderheid in de Tweede Kamer vanwege de coronacrisis.
De opeenvolgende besluitvorming rond de huurbevriezing kan niet los worden gezien van de verkiezingskoorts en de demissionaire status van het kabinet. Eerder werd het voorstel tot huurbevriezing aangenomen met onverwachte steun van de VVD. Het CDA was laaiend over dit 'opportunisme'. Vervolgens zag minister Ollongren er geen been in de motie uit te voeren, terwijl ze vorig jaar moties van wantrouwen in de Eerste Kamer trotseerde voor een vergelijkbaar voorstel. Zij besloot bovendien tot ergernis van de VVD de sociale verhuurders te compenseren met 200 miljoen korting op de verhuurderheffing. Coalitiepartijen CDA, D66 en ChristenUnie opperden toen al dat bedrag terug te verdienen door een korting op de BIK, de Baangerelateerde InvesteringsKorting, tot afgrijzen van de VVD. Voor de BIK is 2 miljard per jaar gereserveerd.
Met een motie koppen de linkse partijen deze voorzet nu in.
De BIK was vorige nazomer een van de meest omstreden onderdelen van de Miljoenennota, waar de VVD zich hard voor maakte. En zo komt de steun van de VVD-fractie voor de huurbevriezing als een boemerang terug.