Woningcorporatie Ymere vindt het vreemd onder verscherpt financieel toezicht te zijn geplaatst. De investeringen verhouden zich goed met het eigen vermogen, zo verklaart bestuurder Ber Bosveld. In de beoordelingssystematiek van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) bestaat volgens hem onvoldoende oog voor regionale verschillen.
Het Centraal Fonds beoordeelde Ymere op basis van de begin dit jaar opgestelde meerjarenprognose en de jaarcijfers 2011. “Op grond daarvan komt de financiële toezichthouder tot een positief oordeel over de financiële continuïteit. A1. Ook de solvabiliteit is voldoende. Maar in het licht van de vanwege problemen bij Vestia te betalen saneringssteun en de verhuurderheffing bestaan er bij hen toch zorgen over de toekomstige omvang van onze leningportefeuille,” aldus Bosveld. Hij is binnen de vierhoofdige Raad van Bestuur verantwoordelijk voor waardesturing en financiën.
Volgens hem heeft het CFV onvoldoende oog gehad voor de bijstelling van het financiële beleid afgelopen voorjaar. “We hebben na het Lenteakkoord ons beleid aangepast. De bedrijfskosten moeten nog verder omlaag. De huurinkomsten omhoog. Vanwege de zwakke vastgoedmarkt rekenen we niet op extra woningverkopen. Vervolgens hebben we de voor 2013 voorgenomen investeringen met 55 miljoen euro verlaagd naar 275 miljoen euro. Daarmee varen we een verstandige koers.”
Ymere - met meer dan 77.000 woningen en 8000 andere verhuureenheden de een na grootste Nederlandse corporatie - zal nooit of te nimmer teveel investeren, benadrukt Bosveld. “Wij hanteren de regel dat de leningportefeuille nooit meer dan de helft van de markwaarde in bewoonde toestand mag bedragen. Die marktwaarde bedraagt 9,3 miljard euro. Onze leningportefeuille heeft een omvang van 3,7 miljard. En onze kasstromen zien er goed uit. We handelen dus financieel verstandig.”
Ook als met de normen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) naar Ymere wordt gekeken, dan is volgens hem geen sprake van een te omvangrijke leningportefeuille. “Het WSW rekent op basis van 50 procent van de WOZ-waarde. Dat zou neerkomen op een waarde van 15 miljard en de mogelijkheid nog miljarden extra te lenen. “
De afgelopen weken voerde Ymere diverse gesprekken met het CFV, maar de financieel toezichthouder was niet tot intrekking van de kritiek te vermurwen. Volgens Bosveld speelt daarbij een belangrijke systeemkwestie. “Het Centraal Fonds beoordeelt de financiële positie van corporaties op basis van de bedrijfswaarde. Wij hebben in 2011 gekozen voor een boekhouding op basis van de marktwaarde. In principe hebben we die vrijheid. We hebben daarbij zorgvuldig gehandeld. Er is door ons gerapporteerd volgens de richtlijnen die een landelijke werkgroep van deskundigen daarover heeft opgesteld. Ook het Centraal Fonds was daarbij.”
Op de vraag of de toezichthouder de corporatie juist vanwege haar omvang onder het vergrootglas heeft gelegd, heeft Bosveld geen antwoord. ”Toezicht draagt bij aan een financieel gezonde sector. We gaan snel aan de slag om nieuwe rapportages te leveren.”