Overslaan en naar de inhoud gaan

Woonbond wil huurverhoging op basis van laagste trend: inflatie óf loonstijging

Image

De systematiek van de jaarlijkse huurverhoging in de sociale huursector moet worden aangepast. Dat stelt de Woonbond in een oproep aan minister Mona Keijzer. De Woonbond wil dat de jaarlijkse verhoging in de sociale huursector wordt gebaseerd op het inflatiecijfer óf de gemiddelde loonstijging. En dan wel de laagste van die twee. Nu wordt de maximale huurverhoging in de sociale huursector begrensd door de gemiddelde loonstijging en die ligt deze jaren flink boven de inflatie. Dat leidde in 2024 al tot een forse verhoging van de huren. Vasthouden aan het huidige model op basis van de gemiddelde loonstijging kan voor 2025 leiden tot een verhoging van 6,6 procent; veel huurders kunnen dat gewoon niet betalen. “Zonder ingrijpen zakken huurders in 2025 door het ijs”, aldus Zeno Winkels, directeur van de Woonbond.  

Uit nieuwe cijfers van het CBS blijkt dat de huurstijging in 2024 de grootste is in dertig jaar tijd. De huurprijzen waren in juli 2024 gemiddeld 5,4 procent hoger dan in juli 2023. Daarin is een duidelijk onderscheid te zien tussen de stijging bij sociale huurwoningen (5,6%) en vrijesectorwoningen (5,0%). Het verschil tussen de sociale huursector en de vrije sector is goed te verklaren. Voor de vrije sector heeft de politiek afgesproken dat de jaarlijkse huurverhoging bestaat uit maximaal het inflatiecijfer + 1% of de gemiddelde loonstijging + 1%. De laagste van die twee geldt. Overigens, de Amsterdamse corporaties kennen een wat gematigder huurbeleid. Zij verhoogden de huur gemiddeld met een percentage tussen de 4,25 procent (Eigen Haard) en 5,3 (Stadgenoot en Ymere) procent.

In de sociale huursector wordt het maximum van de huurverhoging gebaseerd op de gemiddelde loonstijging. Voor volgend jaar zal dat een wereld van verschil maken, voorziet het CBS. Zij verwachten dat de gemiddelde loonstijging uitkomt op 6,6% en de inflatie op 3,6%. Zonder aanpassing van de systematiek zullen verhuurders in de sociale huursector volgend jaar dus een huurverhoging van 6,6% doorvoeren. “Veel huurders staat het water allang aan de lippen, boodschappen en andere dagelijkse behoeften zijn al nauwelijks meer te betalen. Opnieuw een buitenproportionele huurverhoging is voor hen de doodsteek. Om opnieuw een torenhoge huurverhoging te voorkomen in 2025, moet het kabinet nu ingrijpen”, aldus Winkels.

De huurverhoging matigen is volgens hem niet alleen goed voor de huurders, maar ook van belang voor de collectieve uitgaven. Een deel van de huurverhoging wordt bij armere huurders vergoed door een hogere huurtoeslag en zorgt dus voor hogere overheidsuitgaven.