De Woonbond vreest voor het verlies van tienduizenden sociale huurwoningen. Corporaties brengen volgens cijfers van de Autoriteit Woningcorporaties een kleine zeventigduizend sociale huurwoningen onder in het commerciële deel van hun bedrijfsactiviteiten."Dat betekent dat deze woningen op termijn in de vrije sector kunnen worden verhuurd of kunnen worden verkocht," aldus de Woonbond.
De Woonbond maakt zich grote zorgen over het op grote schaal overhevelen van sociale huurwoningen naar de zogeheten niet-DAEB-activiteiten. "De afgelopen jaren zijn er al veel sociale huurwoningen verdwenen, terwijl de vraag naar betaalbare sociale huurwoningen juist is toegenomen. Dit werkt langere wachttijden in de hand."
De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties deelt de zorgen van de Woonbond niet. De AFWC houdt de scheidingsplannen van de Amsterdamse corporaties niet precies bij, maar volgt wel de uitvoering van de samenwerkingsafspraken. "Uitgangspunt is dat er begin 2019 minimaal 162.000 sociale huurwoningen zijn in Amsterdam.Er worden per jaar maximaal drieduizend woningen verkocht of geliberaliseerd," aldus een woordvoerder.
De suggestie van de Woonbond dat alle woningen in de niet-DAEB voorraad verloren zijn voor de sociale sector, is volgens de AFWC niet juist. "De scheiding van DAEB en niet-DAEB activiteiten staat ten dienste van de strategieën van de individuele corporaties en van de samenwerkingsafspraken. Scheiding van taken wordt dus als het ware beleidsneutraal doorgevoerd. Bovendien worden de sociale huurwoningen in de niet-DAEB tak niet automatisch allemaal geliberaliseerd of verkocht."
Corporaties hebben diverse redenen om woningen over te hevelen naar de niet-DAEB tak. Daardoor ontstaan meer mogelijkheden om de doorstroming naar middensegment huur te bevorderen. Ook wordt woningdelen (friends-contracten) mogelijk gemaakt.