Jongvolwassenen die wees worden hoeven de ouderlijke sociale huurwoning niet uit. Dat regelt een initiatiefwet die op 5 oktober veel steun kreeg in de Tweede Kamer. De Woonbond en Aedes vinden dat een eventuele wet ook voor particuliere huurders zou moeten gelden. Die rechtsongelijkheid voor huurders is volgens hen onnodig.
Het initiatiefwetsvoorstel van de leden Koerhuis (VVD), Van der Plas (BBB) en Grinwis (CU) zorgt ervoor dat thuiswonende, meerderjarige kinderen van wie de ouders overlijden, tot hun 27-ste levensjaar in hun huis kunnen blijven wonen. Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, vindt het wetsvoorstel eigenlijk overbodig, zeker sinds er in 2021 een gedragscode is ingesteld samen met de Woonbond en het Rijk. Volgens die gedragscode mogen jongvolwassenen die hun ouders verliezen in ieder geval twee jaar in de ouderlijke huurwoning blijven, wanneer nodig tegen een lagere huur. Zij krijgen vervolgens een vast huurcontract, voor de ouderlijke woning óf voor een andere passende woning.
Ook de Raad van State zich af of de nieuwe initiatiefwet daarom wel zo nodig is. Maar de Tweede Kamer kiest er toch voor om wettelijk te regelen dat jongvolwassen wezen niet op straat komen te staan. De Woonbond vindt dat gezien de ernst van de situatie wel te begrijpen. De praktijk wijst uit dat woningcorporaties zich meestal aan de afspraken uit de gedragscode houden, maar een wettelijke aanpak kan voor meer duidelijkheid zorgen.
De Woonbond en Aedes noemen het wel een gemis dat de initiatiefwet niets regelt voor weeskinderen in woningen van particuliere verhuurders. Ook veel Kamerleden delen dit standpunt. Maar de initiatiefnemers stellen niet te willen ingrijpen in het eigendomsrecht van particuliere verhuurders.