Overslaan en naar de inhoud gaan

Wethouder Ivens tevreden over prestaties van Amsterdamse corporaties

Image
De Amsterdamse woningcorporaties voldeden in 2018 aan alle afspraken rond het aanbieden van betaalbare woningen, de verkoop en liberalisatie van sociale huurwoningen en de nieuwbouwproductie. Zo constateert het college met tevredenheid in een brief aan de raadscommissie  Bouwen en Wonen. Op het gebied van verduurzaming deden de corporaties meer dan in voorgaande jaren en de afspraak rond de verhuur in het middensegment werd vorig jaar in tegenstelling tot 2017 wel gehaald. Op dit moment onderhandelt de gemeente met de Amsterdamse Federatie van woningcorporatie en de Federatie van Huurderskoepels over nieuwe prestatieafspraken voor de periode 2020-2023.


Jaarlijks monitort de gemeente de Samenwerkingsafspraken 2015-2019. De focus in de Samenwerkingsafspraken ligt op de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van sociale huurwoningen voor de laagste inkomensgroep. De keerzijde daarvan is dat de kansen van huishoudens die net wat meer verdienen slinken. Slechts 14 procent van de sociale huurwoningen gaan nog naar huishoudens die niet tot de 'primaire doelgroep' behoren, dat zijn huishoudens die geen recht hebben op huurtoeslag.
Een kanttekening past ook bij het gunstige resultaat rond de vrije sector verhuur. Corporaties richten zich - volgens afspraak - in de verhuur meer en meer op verhuur aan middeninkomens. Zo was in 2018 68 procent van de nieuwe verhuringen betaalbaar voor middeninkomens en de gemiddelde huurprijs 886 euro. Maar er kwamen slechts weinig vrijesectorwoningen bij. De corporaties liberaliseerden slechts 210 sociale huurwoningen.

De corporaties voeren hun duurzaamheidsinvesteringen flink op. De energieprestatie van veel woningen is verbeterd: in 2017 werden 26.835 labelstappen gezet en in 2018 18.245. Bovendien werden vorig jaar 25.000 zonnepanelen op 6.000 corporatiewoningen gelegd; de jaren daarvoor waren dat er heel veel minder. De ambities rond duurzaamheid zijn de afgelopen jaren overigens regelmatig aangepast. Zo werd aanvankelijk gestreefd naar 80 MW aan zonne-installaties in de periode 2015-2019. Dat is ver uit zicht gebleven. In het piekjaar 2018 werd 6,2 MW gehaald, in de jaren ervoor een fractie daarvan.