Selectie marktpartijen voor IJmeerverbinding
Maandag 14 maart maakt de werkmaatschappij Almere - Amsterdam de namen van drie marktpartijen bekend die een vervoersconcept, ontwerp en businesscase voor een IJmeerverbinding zullen uitwerken. Uit de ingediende visies blijkt dat alle marktpartijen mogelijkheden zien tot fikse besparingen.
De Werkmaatschappij Almere – Amsterdam onderzoekt in opdracht van het Rijk en de
gemeenten Almere en Amsterdam de haalbaarheid van een IJmeerverbinding. In december werden zes marktpartijen geselecteerd voor de visievorming. Dat zijn URS/Scott Wilson (Verenigde Staten met Nederlandse partners), Jacobs (Verenigde Staten), Consortium Transrapid (Duitsland) Mott MacDonald/MNO Vervat BV (Verenigd Koninkrijk met Nederlandse partner), Movares (Nederland) en Arup (Australië met een Oostenrijkse partner). Het betreft hier consortia die betrokken zijn bij railprojecten op nationaal, maar ook op internationaal niveau.
Daarvan blijven er nu drie over. Eind september zullen ze hun uitgewerkte voorstellen opleveren.
Proces marktuitvraag
De schaalsprong van Almere, vastgelegd in de Structuurvisie Almere 2.0, voorziet in de bouw van 60.000 extra woningen. Daarin koos de gemeente voor een uitbreiding aan de westelijke zijde van de stad (Pampus/IJland) in combinatie met een OV-verbinding met Amsterdam over het IJmeer. Het kabinet omarmde in november 2009 deze primair westelijke ontwikkeling in combinatie met de aanleg van een IJmeerverbinding. Dit onder de voorwaarde dat de kosten/batenratio van zo’n verbinding substantieel zou verbeteren en de budgettaire consequentie ervan beperkt worden.
De Werkmaatschappij Almere - Amsterdam, een samenwerkingsverband tussen Rijk en
regio, werkt aan deze optimalisatie. Als de resultaten in 2012 worden opgeleverd, moet de knoop worden doorgehakt of de westelijke ontwikkeling inclusief IJmeerverbinding haalbaar is.