Overslaan en naar de inhoud gaan

PBL: Vrije sector vaak onbetaalbaar voor middeninkomens

Image

Veel huurders met een middeninkomens kunnen de vrije sector huurprijzen niet betalen, zo concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving in een maandag verschenen rapport. Heel veel huurders blijken op basis van NIBUD-cijfers niet meer te kunnen betalen dan de sociale huurgrens van 711 euro. Dat gaat om 59 procent van de lage middeninkomens (tot €38.690), 50 procent van de midden- middeninkomens (tot €44.360) en 19 procent van hoge middeninkomens (tot €52.500). In totaal gaat het om 425.000 van de circa 1,5 miljoen zelfstandig wonende huishoudens met een middeninkomen.

"Het is de kunst voor beleidsmakers om een goede afweging te maken tussen de maatschappelijke kosten en baten, zowel op de korte als op lange termijn en zich daarbij bewust te zijn van de gevolgen voor middeninkomens", aldus de opstellers van het rapport 'Middeninkomens op de woningmarkt. Ruimte op een krap speelveld'. Het PBL vreest dat met name huishoudens met een lager middeninkomen die net niet meer in de sociale huursector terecht kunnen, tussen 'wal en schip' vallen. Tot 2021 mogen corporaties 10 procent van de vrijkomende woningen toewijzen aan middeninkomens tot 40.349 euro. Het PBL vindt dat deze regeling voor verlenging in aanmerking komt.

Voor de Woonbond is de analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving aanleiding nogmaals te pleiten voor afschaffing van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Bescheiden middeninkomens lopen volgens de Woonbond tegen torenhoge huren aan. "‘Wat ons betreft moeten middeninkomens ook terecht kunnen in de sociale huursector. Dit uitrookbeleid moet echt van tafel", aldus Ronald Paping, directeur van de Woonbond.
Vanaf 2013 krijgen huurders met een inkomen boven de EU-inkomensgrens (toen €33.600, nu €36.135) te maken met een extra huurverhoging. Eind december wordt een uitspraak verwacht in de rechtszaak van de Woonbond tegen de Belastingdienst en verhuurkoepels over deze inkomensafhankelijke huurverhoging.