Particuliere huur neemt een steeds grotere positie in op de Amsterdamse woningmarkt. Terwijl de afgelopen twee jaar het aantal woningen in Amsterdam met zo’n 13.000 stuks toenam tot 441.000, steeg het aantal particuliere huurwoningen met 20.000. Het aantal koopwoningen daalde juist met 3.000, een trendbreuk ten opzichte van de voorgaande jaren. Het gaat vooral om dure huur; de gemiddelde aanvangshuur ligt nu al rond de 1.400 euro. Dit blijkt uit het onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA) 2019.
De cijfers bevestigen dat er woningen worden opgekocht om te verhuren, het zogenoemde buy-to-let. Maar daarnaast houden eigenaren hun koophuis aan om te verhuren, wanneer ze een nieuwe woning kopen of gaan samenwonen. Het aandeel dure huur- en koopwoningen nam wederom toe, tot meer dan een derde van de totale woningvoorraad. Steeds meer nieuwe inwoners betalen daardoor een groot deel van hun inkomen aan huur of hypotheek. Amsterdam is meer en meer een stad voor mensen met hoge inkomens aan het worden, terwijl het gemiddelde huishoudinkomen tot voor kort onder het Nederlandse gemiddelde lag.
Het aandeel sociale huurwoningen daalt minder snel dan in voorgaande onderzoeksperiode. Dit heeft een aantal redenen: corporaties verkopen en liberaliseren minder sociale huurwoningen dan in de periode voor 2018 en er zijn sociale huurwoningen bijgebouwd door corporaties en particuliere verhuurders. Particuliere verhuurders bouwden vooral studio's voor jongeren of studenten.
Het onderzoek Wonen in Amsterdam is voor de 13e keer uitgevoerd door de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Klik op onderstaande link voor meer informatie uit het onderzoek.