De Metropoolregio Amsterdam staat sinds twee jaar formeel dan wel geboekstaafd als één woningmarktregio. Maar degenen die zijn aangewezen op de sociale huurmarkt merken daar weinig van. De diverse deelregio's zijn - bijna - even gescheiden als weleer. Elke regio heeft zijn eigen aanbodsysteem, met eigen regels en procedures. En overal moet apart inschrijfgeld worden betaald.
|
- Langste inschrijftijden in zuidelijke gemeenten
- Kortste in oost- en west-periferie
- Vaak flinke aandelen bemiddeling en voorrang
- Subregio’s lijken vervlochten woningmarkten
Inschrijfduur voor een sociale huurwoning in 2017 (exclusief loten). Bij Purmerend is inschrijfduur via Woonmatch vermeld (via WoningNet is de wachttijd veel langer: 17,3 jaar). In Beverwijk en Heemskerk werken de corporaties met een optiemodel: bij Pré Wonen is dat 2,6 jaar wachten, bij Woonopmaat 1,5 jaar. In kleine gemeenten met weinig aanbod kunnen de wachttijden per jaar flink verschillen.
Optiemodel
Loten in Almere
Pexit
Statushouders
Klik op tabel voor vergroting.
Noten bij tabel
*1. Vanwege verschillende verwerkingswijzen en definities is het lastig om eensluidende cijfers per gemeente te krijgen. Zo gaat het in de Stadsregio Amsterdam om cijfers over het vierde kwartaal en niet het hele jaar; behalve dan weer bij het aandeel directe bemiddeling in % in de stad Amsterdam zelf. Daar gaat het wel over het hele jaar. Bij Beverwijk/Heemskerk gaat om cijfers uit het eerste halfjaar van 2017. Kwartaalcijfers zijn minder representatief dan jaarcijfers als het om weinig woningen en derhalve weinig mutaties gaat, bijvoorbeeld in Oostzaan, dat iets meer dan 1.100 corporatiewoningen heeft.
* 2. De slaagkans is het aantal verhuringen in een bepaalde periode gedeeld door het aantal actief woningzoekenden in dezelfde periode. De slaagkans zegt niets over de kans van een individuele woningzoekende, omdat er geen rekening wordt gehouden met voorwaarden als wachttijd, inschrijfduur, urgentie etc. In deelregio’s als Gooi en Vechtstreek is het zeer waarschijnlijk dat woningzoekenden in meerdere gemeenten actief zijn. Voor de slaagkansen van de regio tellen ze maar één keer mee, net als voor die van de gemeente. Daardoor kan de slaagkans voor een hele deelregio flink hoger liggen dan die van een afzonderlijke gemeente. Ook ligt de slaagkans over een kwartaal of een half jaar vaak een stuk lager dan die over een jaar. Dat komt doordat het aandeel actief woningzoekenden over een jaar minder dan evenredig toeneemt dan het aantal verhuringen.
*3. Bij de gemeenten in de Stadsregio Amsterdam zijn hier de stadsvernieuwingsurgenten niet meegenomen. Behalve bij de stad Amsterdam zelf. Verder komt de definitie van voorrangskandidaten bij WoningNet niet overeen met de definitie van kwetsbare groepen bij de toewijzing in Amsterdam.
| ||
---|---|---|
Wie een blik op de voetnoten werpt, ziet dat de hier gepresenteerde cijfers niet allemaal even eenduidig zijn. Ze zijn exemplarisch voor de Metropoolregio Amsterdam zelf: iedere deelregio hanteert eigen verwerkingen. Toch zijn het niet allemaal appels en peren, er valt wel degelijk iets in te zien. Wachten op een sociale huurwoning is in de hele regio een oefening in geduld, zo is te zien aan de gemiddelde inschrijfduur bij toewijzing. En - dat is hier nou weer niet te zien - vrijwel overal worden de wachttijden langer. Maar waar de stad Amsterdam wordt beschouwd als het summum van wachten (15 jaar) is het goed je te realiseren dat het nog erger kan. Zoals in bijna alle gemeenten ten zuiden van de hoofdstad (tot 20 jaar) en enkele ten noorden. Volgens sommigen is de actieve zoektijd beter geschikt om het probleem in kaart te brengen. De wachtrijen tellen immers ook veel mensen die op zich redelijk wonen, maar zich uit voorzorg hebben ingeschreven. In zoektijd komt Amsterdam wel in de negatieve top-5, maar koploper is ze nog niet. Opvallend zijn ook de flinke aandelen directe bemiddeling en voorrang. Ook hier spant Amsterdam (36%) niet de kroon, maar laat het een stad als Haarlem voorgaan (41%). Overigens laten de cijfers in deze categorie zich verder lastig vergelijken door verschillen in verwerkingswijzen (zie noten). Bij de slaagkansen is ook iets opmerkelijks te zien. De slaagkans in een totale subregio kan (aanzienlijk) groter zijn dan die in (vrijwel) vrijwel alle gemeenten die er in liggen. Volgens WoningNet komt dit wellicht doordat dezelfde mensen in meerdere gemeenten zoeken. Dit duidt erop dat deelregio's echt een vervlochten woningmarkt vormen. Voor de hele Metropoolregio geldt dat (nog) niet. Maar mogelijk zet dit overzicht woningzoekers aan tot andere afwegingen. Aan de west- en oostranden van de regio ben je eerder aan de beurt, mits je je daar gelijktijdig hebt ingeschreven. Met een 'optie' zit je ‘snel’ onder de rook van Tata Steel - en dichtbij het strand. Met iets meer geduld zou je aan Lelystad of Zandvoort kunnen denken. Of wat dacht u van Laren? Zo’n 7 jaar gemiddelde inschrijftijd, en best aardig wonen. |