Steeds meer huurders zitten in langdurig in financiële problemen, zo blijkt uit een rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het aandeel huurders met een 'betaalrisico' neemt al jaren toe. Daarbij gaat het om huishoudens met een besteedbaar inkomen dat lager is dan de woonlasten en de minimale uitgaven aan het levensonderhoud zoals die vast worden gesteld door het Nibud, waarbij uitgaven aan uitjes en vakanties en dergelijke niet eens zijn meegenomen. In 2015 had ongeveer 18 procent van alle huurders een betaalrisico, aldus het PBL.
Door stijgende woonlasten en achterblijvende inkomensontwikkeling zitten steeds meer huurders in de knel. Ruim een half miljoen hurende huishoudens had in 2015 een ‘betaalrisico’. Uit het PBL-onderzoek blijkt ook dat een groeiende groep huurders langdurig kampt met een financiële problemen. Van de huurders die in 2012 een betaalrisico hadden, heeft maar liefst 55 procent dit vier jaar later nog steeds.
De Woonbond ziet in de cijfers een bevestiging van de noodzaak voor huurverlaging. ‘Steeds meer huurders kunnen de huur niet opbrengen en kampen jarenlang met armoede. Een komend kabinet mag dit niet negeren. Huurders zijn de afgelopen jaren keihard geraakt door het Haagse huurbeleid. Het roer moet echt om.’ De Woonbond pleit bij een komend kabinet voor 10 procent huurverlaging.
Directeur Ronald Paping: ‘Huurders hebben de afgelopen jaren hun inkomens zien dalen en de huurprijs fors zien stijgen. Het wordt hoog tijd dat betaalbaarheid van het huren weer centraal komt te staan in Den Haag.’
Het PBL vindt het onverstandig om voor starters een uitzondering te maken op de nieuwe wetgeving voor passend toewijzen: "Soms wordt er geopperd om een uitzondering te maken voor jonge huishoudens omdat jongvolwassenen hun inkomen doorgaans snel zien stijgen. Dit zou er voor pleiten om hen op voorhand al een dure huurwoning toe te kunnen wijzen. Hoewel jongvolwassenen een grotere kans lopen om na verloop van tijd tot de goedkope scheefwoners te gaan behoren dan ouderen, is het overgrote deel van de jonge huurtoeslaggerechtigde huishoudens na drie jaar nog altijd huurtoeslaggerechtigd." Het PBL vindt tijdelijke huurcontracten, jongerencontracten en tussentijdse inkomenstoetsen betere instrumenten om goedkope scheefheid tegen te gaan.